Jan Lammers en Tom Coronel zien dat de autosport in Nederland in een paar jaar tijd is uitgegroeid tot één van de meest populaire sporten in het land. Tot een paar jaar terug was dat wel anders, maar nu er op zo ongeveer elk vlak in de autosport Nederlanders actief en succesvol zijn, is de sport groter dan deze ooit geweest is, zo zien de zelf ook nog actieve coureurs.
In gesprek met Formule 1 Magazine vertelt Lammers over de groei die de Nederlandse autosport heeft doorgemaakt in de afgelopen jaren. 'Het is bizar eigenlijk. Nederland is in een paar jaar tijd het Mekka van de autosport geworden. Kijk maar wat we in huis hebben: Max is wereldkampioen Formule 1, Nyck de Vries werd een paar jaar terug wereldkampioen in de Formule 2 en vorig jaar in de Formule E.'
Maar daar stopt het niet bij, want ook buiten De Vries en Verstappen om is Nederland volop vertegenwoordigd. 'We hebben met MP Motorsport en Van Amersfoort Racing twee gerenommeerde raceteams, Atze Kerkhof is de koning van het sim-racen en de Grand Prix van Nederland is terug. Dus in Nederland kun je tot en met de receptie van de Formule 1 volledig terecht, dat is uniek. Laten we daar met z’n allen van genieten.'
Ook Coronel ziet dat de autosport een enorme groei heeft doorgemaakt, en dat merkt hij vooral aan gesprekken die hij voert met mensen in het alledaagse leven. 'Ik merk het zelf: ik hoef autosport niet meer te verdedigen. Tot vijf jaar geleden was autosport vies. Het stonk, was slecht voor het milieu en maakte herrie. En nu is het ineens hip', zo ziet de coureur dat de populariteit enorm is toegenomen.
Lees het artikel op de mobiele website