Het is bijna zover: de wintertests van de Formule 1 komen er weer aan. Tussen 12 en 14 maart zal de koningsklasse van de autosport neerstrijken in Bahrein om drie dagen lang de eerste testkilometers van het jaar af te leggen. Door de jaren heen zijn er genoeg leuke, opvallende en merkwaardige dingen gebeurd tijdens de testdagen. F1Maximaal heeft daarom de vijf meest opmerkelijke gebeurtenissen uit het verleden op een rijtje gezet.
Max Verstappen is niet de enige coureur die een Formule 1-auto mocht besturen in de sneeuw. In 2005 waren we namelijk al getuige van een auto die door de sneeuw heen moest zien te rijden. Op het circuit van Silverstone reed Fernando Alonso met zijn Renault R25 door hevige sneeuwval heen op weg naar de pits. Het leverde de onderstaande, iconische beelden op.
Brawn GP was een team dat ontstond nadat Honda, wat voor 2009 de naamgever van het team was, hard geraakt werd door de economische crisis van 2008 en zich abrupt terugtrok uit de F1. Toenmalige teambaas Ross Brawn besloot uiteindelijk om verder te gaan met het team. Met een door Honda gebouwde auto, een krachtbron van Mercedes en dezelfde coureurs van het jaar ervoor, Jenson Button en Rubens Barrichello, moest Brawn uiteindelijk op de grid komen te staan in 2009. En dat lukte.
Tijdens de testdagen van 2009 dook Brawn op met een compleet kale auto qua sponsoren. De kleurstelling was wit met hier en daar wat zwart en geel. Gezien de manier waarop het team tot stand was gekomen, was het een verrassing dat Brawn zo absurd snel was in de tests. De voorsprong op de andere teams bedroeg maar liefst een seconde. Dat kwam deels door een uitvinding van Brawn zelf, namelijk de dubbele diffuser aan de achterkant van de auto. Het leverde de BGP001, zoals de bolide heette, extra downforce op. Uiteindelijk wist het team beide titels te winnen en werd Button voor de eerste en enige keer wereldkampioen.
De wintertests van 2014 waren om allerlei redenen merkwaardig te noemen. Ten eerste had je in 2014 de introductie van een grote regelwijziging: de V8-motoren maakten plaats voor hybride V6-turbo’s en de auto’s kregen een nieuw uiterlijk. Hoe de teams met dat laatste omgingen, was toch wel zeer opvallend te noemen.
Zo moesten de neuzen van de auto’s een stuk lager dan in 2014. Om die laagte te kunnen bereiken, besloten teams met verschillende ‘oplossingen’ te komen. Echt mooi waren deze niet te noemen, want hoewel Mercedes met een vrij normale neus kwam, waren de andere teams met allerlei vreemde, dunne schepsels naar het Spaanse Jerez gekomen voor de eerste wintertest. Lotus besloot zelfs met twee dunne, asymmetrische neuzen te komen. Het idee van Caterham was de kers op de taart. Dat team had de neus onder de voorkant van de auto geplaatst, maar om de wielophanging te kunnen verwerken, moest er ook nog een stapje omhoog in de neus worden gemaakt. Al met al leverde dit het team geen windeieren op, want ze werden gedeeld laatste samen met Sauber.
Dat was niet enige wat opviel tijdens de wintertests van 2014. De onbetrouwbaarheid van de Renault-motoren was ook het onderwerp van gesprek in Jerez en Bahrein, waar de laatste wintertest plaatsvond dat jaar. Met name de problemen bij Red Bull Racing vielen op. Terwijl vrijwel alle andere teams boven de 1.000 ronden kwamen, kwam Red Bull niet verder dan 289 ronden verdeeld over twaalf testdagen. De regerend kampioen was dus voor geen meter vooruit te branden. De trend zette zich voort tijdens het seizoen. Hoewel de betrouwbaarheid beter was, kon Red Bull niet tippen aan Mercedes. Daniel Ricciardo, die dat jaar nieuw was bij het team, wist nog drie races te winnen. Sebastian Vettel won geen enkele Grand Prix en besloot aan het eind van 2014 te vertrekken naar Ferrari.
De Caterham CT05 van Marcus Ericsson (foto) en Kamui Kobayashi had wel een héél aparte neus, misschien wel de lelijkste dat jaar. (Foto: LAT Photographic)
Een jaar later waren de lange, dunne neuzen ingeruild voor kleinere varianten en zat Vettel bij zijn nieuwe team. Dit bleken niet de meest opvallende gebeurtenissen te worden van de testdagen in 2015, maar wat er bij Red Bull en McLaren aan de gang was, werd uiteindelijk wel het onderwerp van gesprek.
Red Bull was tijdens de testdagen namelijk geen Red Bull, maar ‘Camo-Bull’. De nieuwe RB11 was niet te zien in de traditionele kleuren van het team, maar wel in een zwart-witte camouflagekleurstelling. Volgens teambaas Christian Horner was dat om onderdelen te verstoppen voor de concurrentie. Of dat echt een verschil maakte, is niet duidelijk. Wel werd de RB11 uiteindelijk de slechts presterende Red Bull-auto sinds 2008, want weer kampte de Renault-motor met betrouwbaarheidsproblemen. Daarnaast was de krachtbron ook niet vooruit te branden. Het team werd uiteindelijk vierde in het constructeurskampioenschap.
De 'Camo-Bull' van Red Bull moet haast wel één van de meest opvallende kleurstellingen zijn van de afgelopen decennia. (Foto: Red Bull Content Pool/Getty Images)
Over betrouwbaarheidsproblemen gesproken – de reünie tussen McLaren en Honda verliep tijdens de testdagen niet al te soepel. Alonso keerde terug bij het team en mocht op de eerste dag in Jerez de auto besturen. Daarvoor moet de auto wel kunnen rijden, maar dat kon deze niet. Na één ronde moest Alonso al weer terugkeren: de motor had kuren. De langste stint van de auto tijdens de testdagen was slechts twaalf ronden, minder dan een kwart van een hele Grand Prix.
De trend zette zich voort gedurende de wintertest en ook tijdens het seizoen. Zo behaalde het Britse team het record van meeste gridstraffen wegens motorwissels. En of het allemaal niet erger kon, crashte Alonso ook nog eens tijdens een testdag in Barcelona. De Spanjaard leek uitkomend van bocht drie een black-out te hebben gekregen en raakte de muur aan de rechterkant van de baan. Uiteindelijk bleek Alonso een hersenschudding te hebben en hij miste daardoor de eerste ronde van het kampioenschap in Australië.
De wintertests van 2020 waren niet de meest spectaculaire en veel spannends gebeurde er dan ook niet, maar op de eerste dag op het Circuit de Barcelona-Catalunya in februari liet het toenmalige Racing Point (nu Aston Martin, red.) de Formule 1-wereld opkijken met haar bolide. En dan niet eens zozeer vanwege goede prestaties.
De auto van Sergio Pérez en Lance Stroll leek namelijk wel heel erg op de Mercedes W10 uit 2019. De voorvleugel, de neus, de achtervleugel en zelfs de zijkant van de auto waren een goede negenennegentig procent identiek vergeleken met de wagen van hun Duitse collega’s. Fans op social media gingen los en daardoor ontstond uiteindelijk de bijnaam ‘roze Mercedes’ voor de RP19, zoals de auto daadwerkelijk heette.
De andere teams merkten het ook op en deden hun beklag bij de FIA, de overkoepelende organisatie van de Formule 1. De FIA startte een onderzoek naar de auto van Racing Point om uit te vinden of alles wel helemaal legaal was. Wat bleek: de brake ducts van de RP19 bleken identiek te zijn aan die van de Mercedes. Het Britse team kreeg uiteindelijk een boete van 400.000 euro en vijftien punten aftrek in het constructeurskampioenschap. Verder werd de auto wel legaal bevonden. Beter goed gejat dan slecht bedacht, zeggen we dan maar.
De Racing Point RP19 had zoveel gelijkenissen met de Mercedes W10 uit 2019, dat de auto uiteindelijk de bijnaam 'roze Mercedes' kreeg. (Foto: Racing Point F1)
Lees het artikel op de mobiele website