Waarom Mercedes tegen beter weten in voor een afstelling koos met veel downforce

| door Christian Moerman

Mercedes besloot voor de Grand Prix van Turkije een achtervleugel te introduceren bij Lewis Hamilton met veel downforce. Wanneer een topauto in het midden van de grid begint, is dit niet gebruikelijk, gezien een lagere mate van downforce toestaat dat er op de rechte stukken meer snelheid gemaakt kan worden, en zodoende dus ook makkelijker kan worden ingehaald. Toch ging de Duitse renstal voor een hogere downforce-afstelling, maar waarom?

Mark Hughes, de technische expert van onder meer Formula 1, heeft het toegelicht. Er wordt geopend met het benadrukken van het feit dat de hoge downforce-afstelling inderdaad tegen de verwachtingen ingaat. Bij een inhaalrace breng je veel tijd door achter andere auto's, waarbij rechte lijnsnelheid dus prettig is. Toch waren er enkele redenen dat veel downforce op Istanbul Park gewenst was.

Mercedes kiest om twee redenen veel downforce

De eerste reden dat Mercedes hiervoor koos is het meetpunt van de DRS op het Turkse asfalt. Dit meetpunt zit vlak voor bocht 9. Dit is een punt waarop coureurs remmen, maar wel op volle snelheid bocht 8 uitkomen. Een goede exit vanuit die bocht was dus cruciaal om bij het meetpunt ook daadwerkelijk binnen een seconde van de voorligger te zitten. In die ontzettend lange bocht 8 was downforce van groot belang. Zodoende koos Mercedes voor een afstelling met veel downforce.

Het tweede argument om voor een dikkere achtervleugel te gaan is uit bandenmanagement-overwegingen. Met hoe meer downforce je rijdt, hoe minder je van je banden moet vragen om een bocht te halen. Zo gaan de achterbanden langer mee, wat ik Turkije een groot voordeel bood. Met name het rubber aan de achterkant van de bolides had het namelijk zeer zwaar op het circuit dat veel meer grip had ten opzichte van 2020.

Also read

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen