FIA sluit inhaalbeweging in '26 niet uit: 'We willen niet dat je oneindig wordt vernederd'

Er doen inmiddels veel theorieën de ronde over het Formule 1-seizoen van 2026. Het chassis- en motorreglement gaat dan volledig op de schop, maar dat betekent niet automatisch dat de krachtsverhoudingen aan het begin van dat jaar ook voor langere tijd vastliggen. Dat stelt FIA-topman Nikolas Tombazis. Deze boodschap zal bij een team als Red Bull Racing ongetwijfeld als muziek in de oren klinken.

Aangezien Red Bull in samenwerking met Ford voor het eerst een eigen motor ontwikkelt, is het niet ondenkbaar dat het team in de eerste fase van 2026 met een achterstand te maken krijgt. Er is al vaker een vergelijking gemaakt met 2014. In dat jaar bleek de Mercedes-motor oppermachtig. Het team won vervolgens alle wereldtitels tot en met 2020. 'Ten eerste denk ik niet dat we een situatie zullen krijgen waarin één fabrikant zo’n grote voorsprong heeft als in 2014', stelt Tombazis bij Motorsport.com.

Geen MGU-H meer in 2026

Als hoofd single-seaters van de FIA denkt hij dat de nieuwe motorformule minder complex zal zijn. 'We wilden de motoren, eerlijk gezegd, nog verder versimpelen, maar stuitten op veel weerstand van sommige fabrikanten. Hoe dan ook, de nieuwe motoren zijn alsnog eenvoudiger dan de huidige generatie. Ze hebben geen MGU-H meer en de meeste parameters zijn duidelijk vastgelegd, waardoor we niet verwachten dat de onderlinge verschillen zo groot zullen zijn als in 2014.'

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Tombazis is ervan overtuigd dat het mogelijk zal zijn om in de loop van het seizoen een eventuele achterstand in te halen. Daarvoor heeft de FIA een systeem ontwikkeld. 'Om die reden is er een concept genaamd ADUO, wat staat voor Additional Development and Upgrade Opportunities. In essentie wordt na vijf à zes races de gemiddelde performance van elke motorfabrikant gemeten. De fabrikanten die onder een bepaalde drempel blijven, krijgen extra mogelijkheden, afhankelijk van hoe ver ze onder die grens zitten.'

Voordelen voor teams met achterstand

Hoe dat in de praktijk precies zal uitpakken, blijft het belangrijkste in dit verhaal. 'Die voordelen bestaan uit drie elementen: ten eerste extra ontwikkelingsbudget binnen het budgetplafond, ten tweede meer testbankuren en ten slotte de mogelijkheid om de motor opnieuw te homologeren. Fabrikanten die op achterstand staan, krijgen dus kansen om dat verschil goed te maken.'

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Er zijn al vergelijkingen gemaakt met het Balance of Performance-systeem uit het WEC. Tombazis wil daar niets van weten. 'Ik wil benadrukken dat ik elke suggestie verwerp dat dit een Balance of Performance zou zijn. Ten eerste: het reglement is voor alle fabrikanten gelijk. We geven niemand meer vermogen, brandstof of iets dergelijks. Ten tweede: als er géén budgetplafond zou zijn, dan zou een fabrikant met een achterstand normaal gesproken gewoon enorm veel geld investeren om het gat te dichten. Met een budgetplafond kun je dat niet meer doen en dus bestaat de kans dat je oneindig wordt vernederd, eigenlijk zolang het reglement van kracht is. Dat willen we niet en dat zouden we ook niet fair vinden.' Daarom is er voor dit systeem gekozen.

Initiatief voor betrouwbaarheidsproblemen

Wat als er problemen ontstaan met de betrouwbaarheid van de motor? Daarvoor probeert de FIA ook een oplossing te bieden. 'Er is een aanvullend initiatief voor het geval fabrikanten te maken krijgen met ernstige betrouwbaarheidsproblemen. Stel dat een fabrikant elke race een motor opblaast: die motoren zijn duur, waardoor het team een groot deel van het budget moet besteden aan opgeblazen motoren. Dat is natuurlijk een rampzalig scenario. We werken momenteel aan voorstellen die hopelijk snel worden goedgekeurd. Die zouden het mogelijk maken om extra ruimte binnen het budgetplafond te creëren als een team over een bepaald aantal motoren heen gaat. Boven die grens zouden extra motoren nog maar weinig meetellen binnen het budget.'

Het is aannemelijk dat Red Bull een van de teams zal zijn die in 2026 een achterstand moeten overbruggen, al blijft het afwachten wat de startsituatie precies zal zijn. In elk geval zullen sommige teams zich onvermijdelijk in die positie bevinden. Zij kunnen dan een beroep doen op deze vangnetten om alsnog zo snel mogelijk aansluiting te vinden.