Binotto maakt een diepe buiging voor Red Bull: 'Die hebben veerkracht getoond'

Mattia Binotto verwacht dat Red Bull Racing en Mercedes een spannend 2021 tegemoet gaan. De Ferrari-leider is met name onder de indruk van het team van Max Verstappen, dat ijzersterk uit de startblokken schoot gedurende het testweekend. Voor Ferrari zitten podia er aankomend jaar waarschijnlijk niet in, denkt Binotto, hoewel dat natuurlijk wel een beetje van het team verwacht wordt.

'Ik denk dat het gevecht tussen Mercedes en Red Bull spannender wordt dan ooit', zo trapt de Italiaan af in gesprek met La Gazzetta dello Sport wanneer hem naar aankomend seizoen gevraagd wordt. 'Ondanks het feit dat de Oostenrijkse renstal al jaren niet heeft kunnen strijden voor de titel, hebben ze veerkracht getoond en tijdens de wintertests een stabiele prestatie neergezet', voegt hij daaraan toe.

Over zijn eigen team is hij minder lovend, hoewel hij de inzet van de werknemers gedurende de afgelopen winterstop zeer waardeert: 'We zijn ons ervan bewust dat we het gat naar de top nog niet hebben gedicht, ook omdat de reglementen grotendeels bevroren waren. Toch hoor ik mensen zeggen dat wij aan overwinningen moeten denken, alleen maar omdat we Ferrari zijn. Dat is niet eerlijk.'

'Van onze kant zullen we dit jaar laten zien dat we vooruitgang geboekt hebben en dat we het vermogen weer hebben om te vechten met de teams waarmee wij concurreren. Dat kan ik in ieder geval beloven', vervolgt hij. Voor Ferrari wordt het wederom een jaar waarin de prijzenkast misschien niet enorm gevuld gaat worden, maar dat er progressie geboekt wordt, is volgens Binotto het belangrijkste.

Budgetplafond verandert niets volgens Binotto

Ook wordt de van oorsprong technische Ferrari-man gevraagd naar of het budgetplafond voor meerdere titelkandidaten gaat zorgen. Hij denkt van niet: 'Vorig jaar is ons een paar keer het tegendeel bewezen met de successen van Sergio Perez en Pierre Gasly, maar ik blijf erbij. Op termijn zullen de grotere teams altijd blijven vechten om titels, ook als de kleinere teams dichterbij komen.'