F1-teams hebben andere visie kostenplafond: 'Grotere teams moeten dichter bij ons niveau komen'

Het kostenplafond dat vanaf dit jaar geldt in de Formule 1 zorgt voor veel heroverwegingen bij de topteams. Voornamelijk de best gefinancierde teams hebben er een flinke kluif aan. De oplossing zou volgens verschillende teams te vinden moeten zijn op het gebied efficiëntie.

'Het gaat er niet meer om wie het meeste uitgeeft, maar wie het beste uitgeeft', zei voormalig Renault-baas Cyril Abiteboul vorig jaar nog over het nieuwe kostenplafond. Deze filosofie lijkt nu door meerdere Formule 1-teams te zijn overgenomen. Zo liet McLaren teambaas Zak Brown in december aan Autosport weten dat het team al bezig is met een plan om zo goed mogelijk met het kostenplafond van $145 miljoen om te kunnen gaan. 'Dat plan is gebaseerd op hoe we zo efficiënt mogelijk met het beschikbare geld om kunnen gaan, om de maximale prestaties eruit te halen.

James Allison, technisch directeur bij Mercedes, voegde daar vorige week aan toe dat het kostenplafond verschillende nieuwe uitdagingen biedt aan teams. 'De grootste uitdaging was het aanpassen aan de strakke grenzen die gesteld zijn. Vervolgens zijn juist gaan kijken naar nieuwe kansen die de regelgeving ons biedt. Bij elke verandering komen er namelijk nieuwe mogelijkheden naar boven.'

Grote Formule 1-teams nu 'dinosauriërs'

Het Formule 1-team Aston Martin, stond in zijn voormalige gedaantes (Racing Point, Force India, red.) bekend om haar efficiëntie. Dit hielp het team om meer aansluiting te vinden bij de kop van het veld, waar de 'rijke' teams zich bevonden. Volgens technisch directeur Andy Green zorgt het kostenplafond ervoor dat Aston Martin een voorsprong heeft op het gebied van efficiëntie. 'Ik denk dat die teams nu dinosauriërs zijn, en je moet klein, slank en efficiënt zijn. Dat is onze kracht. Grote teams zullen dichter bij ons niveau moeten komen.'

Het komende seizoen zal moeten blijken of het de grote teams is gelukt deze stap te maken, maar het échte effect van het kostenplafond zal volgens McLaren-productiedirecteur Piers Thynne pas in 2022 duidelijk worden. 'Ik denk niet dat je volgend jaar al zult zien welke teams deze aanpak echt onder de knie hebben. De echte test zal komen met het ontwerp en de fabricage van de 2022 auto.'