Stella ziet DRS-treinen en inhaalproblemen in Miami: 'Er is een simpele oplossing'

Als het aan Andrea Stella ligt, zou de DRS-zone op het circuit van Miami een stuk langer worden. De teambaas van McLaren vindt dat er te veel tijd werd verloren in de langzame bochten. ‘Er is een simpele oplossing’, zegt hij erover tegen Motorsport.com.

Tijdens de Grand Prix van Miami van dit jaar werd er door de coureurs vooral ingehaald in bocht 11, terwijl er in bocht 17, na een lang recht stuk, juist weinig pogingen tot inhalen gedaan werden. Volgens Stella komt dit doordat wanneer je een bolide door die bochten volgt, je meer tijd verliest dan je met DRS weer goed kunt maken. Die DRS mag pas halverwege het volgende lange rechte stuk weer gebruikt worden.

Langere DRS-zone is de oplossing

‘We hadden verwacht dat het inhalen makkelijk zou zijn, dus we waren verrast toen we zagen dat het zo lastig was’, vertelt Stella. ‘De DRS-zone lijkt mij uiteindelijk iets te kort, omdat je geen tijd hebt om de tijd en afstand die je verloor weer goed te maken’, legt hij uit. Het verlengen van de DRS-zone zou volgens Stella een simpele oplossing zijn, maar de Italiaan geeft ook aan dat de huidige generatie bolides steeds moeilijker te volgen zijn. ‘De DRS is de simpelste oplossing, maar met de ontwikkeling van de auto’s lijkt het ook steeds lastiger te worden om de auto voor je te volgen’, merkt hij op.

Mike Krack is het daarmee eens. ‘Deze generatie bolides is niet zo extreem als die ervoor, maar toch een stuk lastiger dan we verwacht hadden’, zegt de teambaas van Aston Martin. Zo was het ook mogelijk dat er in Miami DRS-treinen ontstonden, omdat de tweede bolide in de rij niet genoeg DRS kon vinden om de auto ervoor in te halen. ‘Uit het verleden weten we dat je hier DRS-treinen hebt. Ook al heb je DRS, het is niet makkelijk er voorbij te komen’, vertelt de Luxemburger. Het team van Aston Martin kreeg er zelf ook mee te maken. ‘We wisten dat het niet goed zou gaan en dat inhalen zeer lastig zou worden. Je hebt hier al je energie nodig om er voorbij te kunnen.’