Alonso ziet twee favorieten voor het podium in Monza: 'Zij zullen snel zijn'

Volgens Fernando Alonso mogen we dit weekend hoge verwachtingen hebben van twee specifieke teams. De Spanjaard is ervan overtuigd dat vooral Ferrari en Williams, na Red Bull weliswaar, sterk zullen zijn.

Alonso mocht vorige week in Zandvoort eindelijk nog eens mee het podium op. Dat na een indrukwekkende prestatie in wel erg verraderlijke omstandigheden. Echter, de tweevoudig wereldkampioen verwacht niet dat zijn AMR23 op een laag downforce circuit zoals Monza erg competitief zal zijn. Wie volgens hem wel vooraan zal meestrijden voor de podiumplaatsen, zijn Williams en thuisrijders Ferrari. 'Ze zullen snel zijn', legde de Spanjaard uit aan Motorsport.com. 'Deze twee teams zullen zich onderscheiden dit weekend.'

Maar waarom denkt Alonso dat precies? 'Williams heeft een hoge topsnelheid. Dat laten ze al heel het seizoen zien. Ferrari doet het, zoals in Canada bijvoorbeeld, dan weer heel goed op lange rechte stukken, in korte bochten en in chicanes. Ze zijn super snel', stelde Alonso vast. 'Deze twee teams zullen onze grootste concurrenten zijn en kunnen onderling voor het podium strijden.'

Wat was er aan de hand met Aston Martin vóór Zandvoort?

Volgens de Britse renstal hadden hun upgrades tijdens de eerste seizoenshelft gewoonweg niet het gewenste resultaat, maar daar is Alonso het niet volledig mee eens. De ervaren Spanjaard heeft nog steeds geen duidelijke verklaring voor de vormcrisis van zijn team. 'Ik weet het niet. Soms begon ik aan een raceweekend en voelde ik dat de wagen niet goed reageerde op mijn input. Ik voelde mij niet comfortabel bij het ingaan van de bochten en was niet één met de auto. Dan probeer je wat dingen te veranderen aan de set-up, maar dan gaat het eigenlijk van kwaad naar erger.'

Volgens Alonso was dat in de maand juli te vaak het geval. 'We bevonden ons op een heel dunne grens. Ik was nooit volledig tevreden. Misschien was het de prestatie van de wagen of het pakket waarmee we aan de slag gingen. We onderzochten verschillende pistes waarom het zo moeizaam ging die maand, maar kregen nooit echt een duidelijk antwoord op onze vragen', concludeerde de tweevoudig wereldkampioen.