McLaren-CEO Zak Brown en Mercedes-teambaas Toto Wolff denken dat het DRS systeem vanaf 2022 overbodig zou kunnen worden. De nieuwe aerodynamische reglementen van de F1-bolides zijn bedoeld om het volgen van een voorganger in de sport makkelijker te maken. Lukt dit dan is het inhaalsysteem, dat door sommigen als kunstmatig gezien wordt, overbodig.
'Alles wat ik hoor, van mijn eigen team en de andere teams, doet vermoeden dat de nieuwe reglementen wel zullen werken. Ik denk echter dat je het pas zeker weet als je op het circuit staat', zo spreekt Brown in gesprek met Motorsport.com. De Amerikaan stelt dus dat het doel van de F1, om inhalen te bevorderen, vermoedelijk wel gehaald wordt.
Is dit het geval dan zou het DRS-systeem dus in zijn geheel verdwijnen, wanneer de teams dit nodig achten. Als voorgangers goed gevolgd kunnen worden, zal er immers minder noodzaak zijn voor een systeem dat inhalen makkelijker maakt. Brown benadrukt dat er ook een middenweg gevonden zou kunnen worden, zoals een kortere periode waarop het ingezet kan worden op het rechte stuk.
Wolff: nu noodzaak, later overbodig
Wolff is het eens met zijn collega van McLaren: 'Als je in de toekomst makkelijker kan volgen, wordt DRS overbodig. Nu is het nog een geweldig onderdeel van de show.' Omdat de huidige generatie auto's aerodynamisch zó efficiënt zijn, was het in het afgelopen reglementaire tijdperk zeer lastig om andere auto's te volgen, volgens Wolff.
Vandaar dat het DRS-effect wel degelijk nut heeft gehad. 'Het is een aerodynamisch hulpmiddel en eigenlijk best aantrekkelijk', suggereert de Oostenrijker zelfs. Ook Wolff sluit echter niet uit dat er na 2022 een moment kan komen waarop DRS overbodig is. De achtervleugels zullen dan dus niet meer open klappen op de rechte stukken.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties