Kwalificatieanalyse | Verstappen maakt korte metten met Hamilton

Een significant deel van veel Formule 1-races wordt bepaald op de zaterdag. Tijdens de kwalificatie vechten de heren om een startplek en logischerwijs gaat dat de ene coureur beter af dan de andere. F1Maximaal duikt in de statistieken met de opgave om twee vragen te beantwoorden: wie was de allerbeste kwalificeerder van het seizoen tot nu toe, en bij wie zijn de prestaties het meest consistent?

Deze twee vragen beantwoorden we aan de hand van alle startposities van de coureurs in 2021. Zo rekenen we een gemiddelde uit, wat aangeeft welke coureurs doorgaans hoog starten, en welke minder. Consistentie berekenen we naar aanleiding van de gemiddelde deviatie. Met andere woorden: hoe ver zit een coureur over het algemeen van dit gemiddelde af? Een coureur met een gemiddelde van P15 en een deviatie van nul heeft bijvoorbeeld elke Grand Prix exact van dezelfde plek gestart, namelijk de vijftiende. In dit artikel kijken we naar de gemiddelde startposities van de coureurs, in een ander stuk komt de gemiddelde deviatie aan bod.

*Bij Schumacher missen twee datapunten wegens het tweemaal missen van de kwalificatie door schade.

Verstappen vs. Hamilton

Max Verstappen en Lewis Hamilton doen qua punten weinig aan elkaar onder. Slechts acht stuks scheiden de Nederlander en de Brit, maar dat is vooral te wijten aan enkele ongelukkige uitvalbeurten voor Verstappen. In realiteit is hij iets beter in vorm dan zijn titelconcurrent, althans, dat wordt duidelijk als we naar de kwalificatiestatistieken kijken. De gemiddelde startpositie van de Red Bull Racing-coureur ligt op een afgeronde 2. Geenszins is Verstappen buiten de top drie gestart, terwijl zijn vier polepositions de vier start vanaf de tweede startrij neutraliseren.

Hamilton doet het minder goed, maar slechts marginaal. Ook de zevenvoudig wereldkampioen bewijst op zaterdag geregeld dat hij die achtste titel waardig is met tevens vier polepositions. Waarom het gemiddelde van Hamilton lager ligt dan het gemiddelde van Verstappen, met het verschil 0,36 startrij, is vanwege een matige kwalificatie in Monaco. Daar begon hij aan het evenement als zevende, terwijl hij ook tijdens de tweede wedstrijd op de Red Bull Ring buiten de top drie viel. Daar komt het verschil tussen de twee topmannen dan ook voornamelijk vandaan.

Bottas koning van het middenveld

Valtteri Bottas, met een gemiddelde startpositie van 3,91, vinden we op enige afstand van Verstappen en Hamilton. Met name zijn tiende startpositie in Azerbeidzjan kostte hem zijn gemiddelde, terwijl P8 in Emilia Romagna en P5 in Oostenrijk dat gemiddelde nog wat omlaag trekken. Daarmee leidt hij duidelijk het middenveld, maar het gat naar Charles Leclerc is iets meer dan een volle gemiddelde startplek. De twee polepositions van de Monegask krikken zijn gemiddelde flink op. Er kan gesteld worden dat Leclerc op zaterdag werkelijk alles uit de toch inferieure Ferrari weet te halen.

Opvallend genoeg is het Sergio Perez die de vijfde plek bezet. Dit jaar lijkt het in de kwalificatiesessies niet altijd even goed te lopen voor de Mexicaan, maar gemiddeld rekent hij wel af met heren als Lando Norris, Pierre Gasly en Carlos Sainz, de drie andere heren die boven een gemiddelde startpositie van P10 zitten. Alle drie deze mannen kunnen worden gezien als uitblinker, gezien Norris' in het beschikbare materiaal zeer imponerend racet, van Gasly datzelfde kan worden gezegd, en Sainz pas in zijn eerste jaar bij de illustere Italiaanse renstal zit.

Ricciardo valt tegen, Russell zeer indrukwekkend

Daniel Ricciardo is de man in het rijtje die eigenlijk best tegenvalt. De Australiër, op de negende plaats met een gemiddelde startplek van 10,36, stond in het verleden niet per definitie bekend om zijn sterke zaterdagen, maar McLaren had ongetwijfeld meer verwacht. Niet alleen in de race valt hij dus tegen, maar in de kwalificaties ook. P16 in Portugal en driemaal P13 in Azerbeidzjan, Stiermarken en Oostenrijk typeren een ondermaats seizoen van de voormalig Red Bull Racing-coureur.

Een andere opvaller in het rijtje is George Russell. De jonge Brit wordt altijd al geloofd om zijn ongenaakbare kwalificatiesessies, waarin hij in de Williams eigenlijk altijd boven zijn materiaal uit lijkt te stijgen. Een achtste startplek in Groot-Brittannië vormt de absolute klap op de vuurpijl voor het 2021-seizoen van Russell, waarin hij zijn eerste punten ooit scoorde voor zijn huidige werkgever. Met een P9 in Stiermarken en twee keer een P11 in Portugal en Oostenrijk komt hij op een gemiddelde van 12,91. Dat is beter dan Lance Stroll en Yuki Tsunoda, die toch echt aanzienlijk beter materiaal tot hun beschikking hebben.

In de achterhoede wordt duidelijk hoe de krachtsverhoudingen eruit zien binnen de teams in de achterhoede. Dat Russell korte metten maakt met Nicholas Latifi, dat verbaast niemand. Dat Antonio Giovinazzi met een gemiddelde startplek van 14,18 boven Kimi Raikkonen (15,55) eindigt, is dan weer wel een mooie verrassing. De Italiaan lijkt zijn weg binnen Alfa Romeo steeds beter te vinden en dat mondde uit in een knappe P10 tijdens de kwalificatie in Monaco. Bij Haas gaan Nikita Mazepin en Mick Schumacher gelijk op, maar eigenlijk trekt de Duitser altijd aan het langste eind. Voor hem was een P15 in Frankrijk het mooiste kwalificatieresultaat van 2021.