Kwalificatieanalyse | Extreem consistente Verstappen niet te vergelijken met Hamilton

Een significant deel van veel Formule 1-races wordt bepaald op de zaterdag. Tijdens de kwalificatie vechten de heren om een startplek en logischerwijs gaat dat de ene coureur beter af dan de andere. F1Maximaal duikt in de statistieken met de opgave om twee vragen te beantwoorden: wie was de allerbeste kwalificeerder van het seizoen tot nu toe, en bij wie zijn de prestaties het meest consistent?

Deze twee vragen beantwoorden we aan de hand van alle startposities van de coureurs in 2021. Zo rekenden we eerder al een gemiddelde uit, wat aangeeft welke coureurs doorgaans hoog starten, en welke minder. Consistentie berekenen we naar aanleiding van de gemiddelde deviatie. Met andere woorden: hoe ver zit een coureur over het algemeen van dit gemiddelde af? Een coureur met een gemiddelde van P15 en een deviatie van nul heeft bijvoorbeeld elke Grand Prix exact van dezelfde plek gestart, namelijk de vijftiende. Vandaag kijken we naar de gemiddelde deviatie van de coureurs.

Verstappen splijt Haas-heren

Nikita Mazepin op nummer één, dat is best een gek gezicht. Toch moeten de consistentie-scores van de doorgaans laag geklasseerde coureurs met een korreltje zout genomen worden. Als je namelijk altijd achteraan rijdt, is het geen kunst om dat te blijven doen, al helemaal in het Haas-materiaal niet. Neem Mazepin, die zes van de elf races vanaf de twintigste stek begonnen is, en slechts twee keer van de laatste startrij af kwam. Dan presteer je dus consistent, maar wel consistent slecht. Bij Mick Schumacher is het min of meer hetzelfde geval, hoewel hij in Frankrijk zich wel op een prima vijftiende plek zette.

Want meer zegt, is de score van Max Verstappen. Niet alleen heeft de Nederlander de hoogste gemiddelde startpositie, ook is hij op Mazepin na de meest consistente coureur in zijn startposities. Gemiddeld zit hij slechts 0,79 startplek van die tweede plek af, voornamelijk te danken aan de overvloed aan derde en eerste plaatsen die hij behaald heeft in 2021. Vier keer begon hij vanaf P3, vier keer vanaf poleposition. De overige startposities waren allen tweede plekken, waardoor hij nooit buiten de top drie viel op zaterdag. Zeer indrukwekkende statistieken die hem met recht een van de consistentste heren van de huidige grid maken.

Titelconcurrent Lewis Hamilton (1,33) komt iets lager in het rijtje aan bod. Ook de Brit kwalificeert zich veelal rond de tweede plek, maar een zevende plaats in Monaco haalt zijn consistentie-cijfer wat omhoog. Zo zijn er enkele heren in de achterhoede die vaker rond de standaard startplek zitten dan de zevenvoudig wereldkampioen. Onder meer Kimi Raikkonen en Nicholas Latifi moet hij voor zich dulden in dit overzicht. Daarmee presteert hij in de kwalificatie dus aanzienlijk minder consistent dan zijn Limburgse tegenpool.

Jongelingen rekenen af met Bottas, Vettel, Perez en Alonso

Lando Norris, Pierre Gasly en George Russell laten op consistentie de oudere rotten van het veld zien hoe het hoort. Alle drie de jongelingen zitten rond een consistentie van 1,8 en zitten daarmee doorgaans binnen twee startplekken van de hoge gemiddelden die ze hebben. Prima werk dus van de McLaren-, AlphaTauri- en Williams-coureur. Ook Antonio Giovinazzi, iets minder jong maar nog steeds de jongere binnen het team, mag zich onder deze heren scharen.

Achter de nieuwe generatie vinden we enkele heren die met regelmaat uitschieters ervaren hebben in de kwalificaties van het 2021-seizoen. Zo scoort Valtteri Bottas niet heel regelmatig zijn gemiddelde vierde plek, terwijl Sebastian Vettel, Sergio Perez en Fernando Alonso tevens onder een gemiddelde afwijking van 2,30 zitten. Feitelijk houdt dit in dat ze niet altijd het optimale uit het materiaal weten te halen. Zo scoorde Alonso bijvoorbeeld in Monaco een zeventiende startplek, maar trekt hij dat weer recht met een negende startpositie in Hongarije, terwijl Sergio Perez in Emilia Romagna van P2 begon en in Monaco vanaf P9.

Leclerc snel, maar wispelturig

De laatste man in dit rijtje die nadere toelichting verdient, is Charles Leclerc. Met twee polepositions heeft de Monegask zich laten zien in het 2021-seizoen, maar deze sterke prestaties heeft hij niet heel het seizoen neer weten te zetten. Soms presteert de SF21 goed, soms niet. Een twaalfde plek in Oostenrijk zat bijvoorbeeld zó ver van zijn gemiddelde van 5,36 af dat het hem de op vier na inconsistentste kwalificeerder van de grid maakt. Wel ligt zijn gemiddelde hoog, waardoor hij over het algemeen op de tweede startrij zou moeten beginnen, dat dan weer wel.

De wispelturige vorm van sommige F1-coureurs is duidelijk in het overzicht terug te vinden. Daniel Ricciardo, Lance Stroll, Esteban Ocon en Yuki Tsunoda kunnen er op de zondagen niet alles uit halen, maar doen dat op de tweede dag van het Grand Prix-weekend dus ook niet. Al deze heren hebben dit jaar tot op heden wisselende prestaties laten zien en het is dan ook frappant dat dit duidelijk terugkomt in de statistieken van de kwalificatie. De jonge Japanner, Tsunoda, spant toch echt de kroon, met een slechtste startpositie van P20 door crashes, en een beste startpositie van P7 in Oostenrijk door een prima staaltje stuurwerk.