Wolff vindt dat sport zich niet kan verstoppen in het Midden-Oosten: 'Zet land in schijnwerpers'

Toto Wolff vindt het belangrijk dat er wordt geracet in landen als Qatar, Bahrein, Saoedi-Arabië en Abu Dhabi. Er is veel kritiek op races in het Midden-Oosten, omdat onder andere LHBTIQ+-personen en vrouwen in die landen worden gediscrimineerd. De teambaas van Mercedes vindt echter dat door in die landen te sporten, er meer aandacht komt voor die onderwerpen en daardoor kan er verandering komen.

Wolff benadrukt dat de Formule 1 de problemen in de landen waar wordt geracet, niet verborgen kan houden. Door Grands Prix in het Midden-Oosten te rijden kan er volgens hem juist verandering komen. 'Ik ben nog steeds van mening dat wanneer je zo'n groot sportevenement in een land hebt, dat dat het land in de schijnwerpers zet', begint de teambaas, geciteerd door Autosport.

Dat de landen in de schijnwerpers komen te staan, is volgens de vijftigjarige juist van groot belang. 'Ik denk dat dat kan leiden tot verandering, omdat dingen niet meer verborgen kunnen worden', vervolgt Wolff. 'En dat is het soort positieve impact waarvan ik denk dat de sport dat kan brengen. Dingen worden aangepakt', is de Oostenrijker zeker.

Wolff: 'Ik zie dat de Formule 1 impact heeft'

De teambaas van Mercedes vindt het erg belangrijk dat er verandering komt, naar aanleiding van de aandacht die de races in die langen brengen. 'Is het zoals we willen dat het is? Nee. Is het het soort culturele normen dat we in Europa hebben? Misschien niet', vertelt Wolff. Toch ziet hij al wel vooruitgang. 'Op basis van de mensen met wie ik spreek, zie ik het proces en zie ik verandering. Dat komt misschien omdat we de Formule 1 zijn. Waar we naartoe gaan kan anders zijn, maar ik zie dat we impact hebben.'

Zeker nu het WK voetbal in Qatar wordt gespeeld, zijn de toestanden in dat soort landen erg in opspraak gekomen. 'Ik kan het voetbal niet beoordelen. Ik las de kranten en de krantenkoppen. We kunnen gewoon proberen om in de landen waar we heen gaan om onze aanwezigheid te tonen, om erheen te gaan met leiderschap en ons niet te verstoppen', concludeert Wolff.