Bleekemolen ziet potentieel in sprintraces: 'Maak er een apart kampioenschap van'

Jeroen Bleekemolen, Nederlands autocoureur en F1-analist, vindt dat ondanks dat sprintraces niet thuishoren in de Formule 1, we ze moeten accepteren. De Nederlander is van mening dat we niet meer van de sprintraces afkomen en er dus maar het beste van moeten maken. Bleekemolen geeft ook toe dat ondanks dat de sprintraces niet bij de Formule 1 passen, ze best leuk kunnen zijn.

De F1-analist heeft gemengde gevoelens over de sprintraces. 'We zijn opgegroeid met de Formule 1 waarin de Grand Prix op zondag de belangrijkste race was. En door het sprintformat komt er ineens tijdens een weekend een extra race bij', vertelt hij in zijn column op Formule1.nl. 'Hoewel we nu al een tijdje dit format hebben, voelt het nog steeds een beetje vreemd. Het hoort gewoon niet bij de Formule 1', voegt hij hieraan toe.

Toch best leuk

Toch erkent Bleekemolen dat de sprintraces niet alleen maar negatief zijn. 'Eerlijk is eerlijk: een sprintrace voegt iets extra's toe en zorgt voor spektakel', geeft hij toe. 'Als autosportliefhebber vind ik het kijken naar een extra race natuurlijk niet erg. Momenten waarbij je op het puntje van je stoel zit, wie wil dat nu niet?', zegt hij daarbij.

Bleekemolen heeft geaccepteerd dat sprintraces nu eenmaal bij de Formule 1 horen, maar hij hoopt dat de Formule 1 niet nog verder verandert. 'Wat we er ook van vinden, die sprintraces gaan niet meer weg. Maar laten we ze niet nog meer aan de kalender toevoegen: zes stuks, zoals nu, is een prima aantal op 24 Grand Prix-weekenden', legt hij uit.

De toekomst van sprintraces

Ondanks dat de sprintraces best leuk kunnen zijn en een toegevoegde waarde hebben aan het weekend, vindt Bleekemolen wel dat het format van de sprintraces aangepast moet worden. 'Een grote geldprijs, omgekeerde startvolgorde, of er een apart kampioenschap van maken', noemt hij als voorbeelden van suggesties om de sprintraceweekenden te verbeteren.

Bleekemolen vindt de laatste optie het beste: maak er een apart kampioenschap van. 'Dat geeft het een extra dimensie en geeft coureurs iets om voor te strijden naast het wereldkampioenschap. Het krijgt dan meer betekenis en voegt waarde toe', licht hij toe.

Daarnaast vindt de Nederlander dat er zorgvuldig moet worden gekeken naar welke circuits sprintraces krijgen. 'Ze horen niet thuis op circuits waar je met een klein foutje je auto total loss kunt rijden. Want dan kunnen de coureurs vooral hinder ondervinden van de sprintrace voor de rest van het weekend', vertelt hij. Volgens hem zijn Brazilië en bijvoorbeeld Zandvoort geen ideale circuits voor sprintraces.