Andreas Seidl, teambaas van McLaren, wil in 2022 af van kunstmatige inhaalmogelijkheden. Sinds 2011 kent de Formule 1 het Drag Reduction System of DRS, om inhalen op het circuit te bevorderen. Seidl hoopt volgens Motorsport dat de DRS niet meer nodig is in de toekomst.
'Ik heb nog steeds de droom dat we vanaf 2022 met de nieuwe reglementen en het budgetplafond hopelijk in de positie komen dat we op een dag geen kunstmatige hulpmiddelen voor inhalen nodig hebben', vindt de McLaren-teambaas.
De DRS zorgt er voor dat wanneer een coureur binnen een seconde van zijn voorganger komt, hij op het lange rechte stuk zijn achtervleugel naar beneden mag klappen. Hierdoor is er meer snelheid en wordt er op een 'kunstmatige' manier een grotere inhaalkans gemaakt.
Seidl wil competitief veld in Formule 1
In een ideaal beeld van de sport ziet de teambaas van Lando Norris en Carlos Sainz dan ook het liefst de gaten tussen de teams verdwijnen, waardoor er meer wordt ingehaald zonder bijvoorbeeld DRS te gebruiken. Het lagere budgetplafond moet hier al grote invloed op hebben.
'Tegelijkertijd moeten we de realiteit onder ogen zien. Dit jaar en volgend jaar kunnen we een soortgelijke pikorde verwachten met een redelijk gat tussen de drie topteams en de rest, net als in de voorgaande jaren', moet Seidl bekennen. (Foto: McLaren F1 Media)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties