Column | Lawrence Stroll is een ware zege voor de Formule 1

Een zoon die zijn Formule 1-carrière grotendeels te danken lijkt te hebben aan zijn rijke vader, zou waarschijnlijk nooit echt populair worden onder de Formule 1-fans. Collega Maurits Kappetijn schreef vorige week dat het tegendeel waar is in zijn ogen en ik wil daar graag nog een schepje bovenop doen: we mogen enorm blij zijn met de Strolletjes en dan doel ik vooral op Lawrence Stroll.

Met een vermogen van zo'n 3,2 miljard dollar behoort Stroll tot de duizend rijkste mensen van de wereld. Hij heeft vooral naam en geld gemaakt in de modewereld. Eind 2015 kwamen al de eerste berichten die Stroll en zijn zoon in verband brachten met Williams. Een jaar later was het zover: Formule 3-kampioen Lance tekende bij de Britse renstal en nam een zak geld mee, geregeld door zijn vader.

Populair maakten de Strolls zich niet. Papa lapt voor het zitje van zijn zoon en staat daarmee echte talenten in de weg, zo luidde de algemene tendens. Diezelfde reactie kwam er ook toen Stroll sr. halverwege 2018 Force India overnam en er Racing Point van maakte. Voor het nieuwe seizoen werd niet geheel toevallig zijn zoon aangetrokken ten faveure van de talentvoller geachte Esteban Ocon, die een jaartje vanaf de zijlijn moest toekijken. Hoe durfden Stroll en Racing Point?

Nou, laten we Lawrence Stroll ongelofelijk erg bedanken voor het financiëren van de carrière van zijn zoon, want het is wel meer dan alleen Stroll jr. de Formule 1 inhelpen. Met zijn centen gingen Williams en Racing Point niet failliet, zo simpel is het eigenlijk. William had als privéteam al langer elke cent nodig en nam die dan ook graag aan toen de Canadees instapte. Daar redde hij het team simpelweg mee.

Force India idem dito. In de zomer van 2018 werd dat team onder curatele gesteld middels een slim trucje van schuldeisers die met hun actie er voor zorgden dat er snel nieuwe eigenaars gezocht moesten worden. Uiteindelijk was het Stroll die met een consortium Force India kocht en er Racing Point van maakte. Weer een team gered, want het was echt de vraag of de Indiase renstal zonder nieuwe eigenaar überhaupt in staat was mee te doen aan de tweede helft van 2018.

Mede dankzij Lawrence Stroll bestaat Racing Point, nu Aston Martin, nog. (Foto: Racing Point F1)

Liefhebber, geen cowboy

Zodoende mogen we als Formule 1-fans enorm blij zijn met Lawrence Stroll. Wie kan zich de Grand Prix van Australië van 2015 herinneren? Daar deden slechts vijftien coureurs aan mee, omdat Valtteri Bottas last-minute afhaakte met een rugblessure en Kevin Magnussen en Daniil Kvyat onderweg naar de grid al moesten opgeven vanwege technische problemen. De commentaren na die race waren niet mals. Een grid moest op zijn minst twintig auto's hebben, vond men. En dan is het heel simpel: als Stroll geen geld gestoken had in Williams en het toenmalige Force India, was de kans zeker aanwezig dat we nu nog maar met zestien auto's rondreden in de Formule 1.

Ook buiten de circuits toonde Stroll zijn waarde, toen hij begin 2020 182 miljoen pond van zijn eigen centen in automerk Aston Martin stak. De Britse fabrikant zat al een tijd in geldnood, maar kon mede door Strolls investering weer vooruitkijken. In ruil daarvoor werd de Canadees voorzitter van Aston Martin en doopte hij 'zijn' Racing Point om in Aston Martin.

Eigenlijk zou je kunnen stellen dat Stroll helemaal geen typische Formule 1-geldschieter is. Cowboys als veroordeeld oplichter Jean-Piere Van Rossem en William Storey pasten meer binnen dat beeld, maar Stroll heeft echt een hart voor de sport door onder meer Force India en Aston Martin van de ondergang te redden. En daar zijn we hem dankbaar voor.

Door: Gino Haverkamp
g.haverkamp@f1maximaal.nl