Renault-CEO De Meo: 'Kunnen het niet permitteren om een rotjaar te hebben'

Alpine kan het zich niet permitteren om dit jaar een rotjaar te hebben in de Formule 1. Dat is de mening van Renault-CEO Luca de Meo die de uitspraak deelt met Autosport. Zo wil de Meo het voorkomen dat zijn Formule 1-team een minder jaar tegemoet gaat ondanks het feit dat vrijwel alle focus op de ontwikkeling van de 2022-auto is gevestigd.

Het Franse team, dat dit jaar met een nieuwe naam zal uitkomen in de koningsklasse van de autosport, heeft een redelijk sterk 2020-seizoen achter de rug. Nu moet Alpine die lijn doortrekken en daarvoor is Fernando Alonso teruggehaald om de ambities van de renstal kracht bij te zetten. Ook is voormalig teambaas Cyril Abiteboul aan de kant gezet en zijn daarvoor Marcin Budkowski en Davide Brivio in de plaats gekomen.

'Voor een succesvol seizoen zijn we aan het strijden met onszelf', vertelt De Meo tegenover het autosportmedium. 'Het doel is om elke race weer een stapje vooruit te maken. Daarom moeten we proberen om niet op dezelfde of op een lagere positie te eindigen in het kampioenschap dan vorig jaar, maar dat is lastig gezien bijna iedereen wel verbeteringen heeft doorgevoerd.'

De Meo wil 'rotjaar' zien te voorkomen

Met de komst van Alonso moet Alpine volgens De Meo een slecht jaar zien te voorkomen: 'Er hangt een nieuwe sfeer in het team door het aantrekken van Fernando (Alonso, red.). Hij is een echte strijder. Dan hebben we ook nog Esteban Ocon. Hij is jong en wil zich bewijzen. Hij krijgt niet de kans om zijn tijd te verspillen hier door ergens achterin te blijven bungelen.'

Volgens De Meo moeten de twee coureurs dan ook hun best doen dit jaar en alles uit de kast halen, ondanks het feit dat voor het team vrijwel alles al gaat om de reglementswijzigingen van 2022: 'We houden ons bezig met 2022, want dan begint voor ons de echte uitdaging. Dat mag alleen niet ten koste gaan van dit jaar. We kunnen het ons niet permitteren om, laat ik het zo zeggen, een rotjaar te hebben. We moeten dus kijken hoe we kunnen verbeteren, want iedereen zet stappen. We zien wel hoe alles verloopt', besluit De Meo.