Anderson over buigende achtervleugels: 'De kwestie is uit de hand gelopen'

Gary Anderson vindt dat de kwestie van de buigende achtervleugels uit de hand is gelopen en dat de FIA een camera-test als oplossing zou kunnen gebruiken. Red Bull Racing zou zich aan de reglementen hebben gehouden en daarom zouden de dreigementen van Mercedes-teambaas Toto Wolff om naar de International Court of Appeal te stappen te ver gaan.

Allereerst is Anderson het niet eens met het standpunt van Mercedes-teambaas Toto Wolff, dat de achtervleugel van Red Bull op illegale wijze doorbuigt op hoge snelheid. 'De kwestie is uit de hand gelopen', aldus de voormalig technisch directeur in een artikel van The Race. 'De huidige voorschriften dekken het heel goed. Het lijkt erop dat de huidige trend is dat een team juridische stappen wilt zetten wanneer het een klacht heeft. Eerder deed Otmar Szafnauer dat met betrekking tot de aerodynamische regelgeving van dit seizoen. Nu komt Wolff met een soortgelijke bedreiging door te zeggen dat Mercedes naar de International Court of Appeal wilt stappen.'

Artikel 3.8 van het technisch reglement regelt de zogenaamde 'aerodynamische invloed'. Hierin staat dat elk onderdeel van de carrosserie stevig moet worden vastgemaakt aan het afgeveerde deel van de auto. 'Dat wordt altijd subjectief afgedwongen, want wat is beweging? Onder de hoge druk waar Formule 1-auto's mee te maken hebben, is het onmogelijk om geen enkele mate van doorbuiging te hebben. Als de componenten de tests doorstaan, is dat voor mij prima.'

De oplossing

Het controleren van onderdelen op de mate van buiging die het onder hoge druk ervaart, is een lastige opgave. Dat weet Anderson maar al te goed: 'Het is nooit zo eenvoudig als het verhogen van de belasting. De manier waarop het wordt getest, is met drukpunten. Niet met een algemene oppervlaktebelasting. Zoals we allemaal weten, worden aerodynamische belastingen verdeeld over het volledige oppervlak van een onderdeel. Dat is dus heel wat anders.'

Red Bull heeft met zijn buigende achtervleugel aan deze test voldaan. Daarmee zou het onderdeel legaal moeten zijn, maar volgens Wolff is op camerabeelden te zien dat het onderdeel een stuk verder buigt dan toegestaan is. Voor Anderson is dat geen reden om direct de reglementen rond de kwestie aan te scherpen. 'Deze auto's zijn ontworpen en gebouwd volgens een reeks voorschriften. Dat is de uitdaging voor alle teams en het wijzigen van die belastingtests halverwege het seizoen is niet in overeenstemming met al het andere dat in de F1 gebeurt, met name het kostenplafond.'

Een oplossing voor het probleem zou niet het aanscherpen van de huidige test zijn, maar juist het gebruiken van een tweede meetvorm. 'Er is een heel eenvoudige manier voor', legt Anderson uit. 'We zien vaak dat de teams de doorbuiging van de voorvleugel meten met een camera die gericht is op een referentiepunt op de endplates van de voorvleugel. De technologie bestaat dus al. De FIA zou kunnen vragen aan alle teams of ze de FOM-rolbeugelcamera op de bovenkant van de achtervleugel kunnen richten.'