Het was tijdens de Grand Prix van Bahrein een kleine drie weken geleden duidelijk dat Ferrari stappen vooruit heeft weten te maken. Zo waren ze in bijna iedere sessie wel bovenaan te vinden en eindigden coureurs Charles Leclerc en Carlos Sainz allebei in de punten. In de kwalificatie leek het Italiaanse team zelfs op het niveau te zitten van McLaren. In de race was dat toch weer anders, maar hoe kwam dat? Gerenommeerd Formule 1-journalist Mark Hughes bespreekt het in zijn column voor Sky Sports F1.
'Leclerc produceerde wederom zo'n briljante kwalificatieronde waar hij bekend om staat om vierde te eindigen', opent Hughes zijn verhaal, diep onder de indruk van de prestaties van de Monegask dat weekend. 'Dat was twee plaatsen voor Daniel Ricciardo in zijn McLaren-Mercedes met een significante voorsprong van een kwart van een seconde.'
Hoewel de kwalificatie voor Ferrari en met name voor Leclerc sterk verliep, veranderde het beeld volledig tijdens de race op de zondag. De racesnelheid zat er niet in bij de 23-jarige en moest zijn meerdere erkennen in Ricciardo's teamgenoot Lando Norris. De McLarens van de Engelsman en Australiër eindigden de race als respectievelijk vierde en zevende. Leclerc eindigde als zesde en Sainz werd bij zijn Ferrari-debuut achtste.
Ferrari sneller in de kwalificatie, maar trager in de race
'Het significante verschil in de prestaties tijdens de kwalificatie en de race suggereren dat McLaren een voordeel haalt uit het vermogen en Ferrari uit de balans van de auto', vervolgt Hughes. Hij ziet dat de twee wagens van de concurrenten vrijwel dezelfde achtervleugelconfiguratie gebruikten, maar dat McLaren alsnog duidelijk sneller was op het rechte stuk. Hoe kan het dan dat Ferrari sneller was tijdens de kwalificatie?
Hughes legt uit: 'Aan het einde van de rechte stukken was McLaren sneller. Ook bij het accelereren uit bochten werkte de Mercedes-motor een stuk beter dan de Ferrari. Daardoor was McLaren een stuk sneller tijdens de race. Ferrari was zo snel in de kwalificatie, doordat zij in de bochten en wanneer zij deze ingingen, beter waren dan McLaren. De mini-sectoren laten dat zien.'
Afstelling McLaren helpt bij bandenkoeling
Ook de banden zouden een rol hebben gespeeld in de prestatieverschillen. Zo is de McLaren volgens Hughes een auto die haar voordeel haalt uit de achterkant en Ferrari juist de voorkant van de bolide. Daardoor zou Leclerc op de zachte banden in Q2 zo snel zijn, want hij kreeg de auto sneller door de bochten. Er was namelijk meer grip aan de voorkant en dat had de McLaren niet.
In de race zou het alleen gaan om de temperatuur van de achterste twee banden en daar haalde McLaren haar voordeel uit. Hughes: 'De McLaren heeft dus een afstelling die gemaakt is voor wat meer onderstuur. Daardoor kunnen de achterbanden beter en sneller afkoelen dan bij Ferrari het geval was. Op de mediums was de balans van de McLaren waarschijnlijk dan ook beter en bij Ferrari juist een nadeel.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties