Geen Formule 1-carrière in de recente geschiedenis is zo extreem als die van Mika Hakkinen. De Fin won in 1997 na 94 starts zijn allereerste Grand Prix om vervolgens in 1998 en 1999 wereldkampioen te worden. Het heftigste moment uit zijn carrière lag op dat moment al een paar jaar achter hem.
Mika Pauli Hakkinen debuteerde in 1991 in de Formule 1 namens Team Lotus om daar na 30 Grand Prix zonder succes eind 1992 te vertrekken. In 1993 fungeerde Hakkinen als testcoureur voor McLaren-Ford. De Fin racete de laatste drie races van het seizoen als vervanger van de tegenvallende Amerikaan Michael Andretti en maakte indruk door in Japan een podiumplaats te behalen. Het zorgde er voor dat Hakkinen in 1994 na het vertrek van Ayrton Senna een fulltime zitje krijgt. Als teamgenoot van Hakkinen wordt de ervaren Martin Brundle aangesteld.
De jonge Fin bouwt een bijzondere relatie op met teambaas Ron Dennis, die een zwak heeft voor Hakkinen. Hakkinen scoort in 1994 maar liefst zes podiumplaatsen (één keer tweede, vijf keer derde) in een niet al te beste McLaren Peugeot. Het jaar erop gaat McLaren een alliantie aan met Mercedes en wordt ex-wereldkampioen Nigel Mansell aangetrokken. De Brit past echter nauwelijks in de alles behalve competitieve wagen en geeft er na twee races weer de brui aan. Hakkinen scoorde in Japan een schitterende tweede plaats en lijkt het moeizame jaar op een positieve noot af te gaan sluiten, maar een race later gaat het faliekant fout voor de Fin.
Aan het eind van de eerste kwalificatietraining op vrijdag in Adelaide, toen de locatie van de Grand Prix van Australië, krijgt de Fin plots een lekke band die er voor zorgt dat zijn wagen stuurloos en op hoge snelheid op een betonnen muur in de snelste bocht van het circuit af gaat. Hakkinen kan een ongeluk niet voorkomen en raakt met 180 kilometer per uur de muur. Hij wordt bewusteloos en met bloed uit zijn mond en neus uit de wagen gehaald. Hakkinen is er slecht aan toe. Hij heeft een schedelbasisfractuur, interne bloedingen en zijn luchtpijp zit verstopt waardoor de Fin niet meer kan ademen. Zijn leven wordt gered door dokter Sid Watkins die ter plekke een tracheotomie bij Hakkinen maakt. De McLaren-coureur wordt met haastige spoed naar het ziekenhuis gebracht waar hij in kritieke toestand wordt opgenomen. Hakkinen ligt tien dagen in coma voordat hij uit zichzelf wakker wordt.
In een interview met de Belgische krant Het Laatste Nieuws zegt Hakkinen daar in 2014 over 'Toen ik ontwaakte dacht ik meteen aan de vitale dingen. Kan ik nog goed zien? Kan ik mijn benen en mijn armen bewegen? Ik vroeg me ook af of het om een stuurfout of een mechanisch probleem ging. Het bleek het laatste te zijn. Tot vandaag draag ik nog de gevolgen van dat ongeval. Ik wist toen meteen dat het een lange lijdensweg zou worden en die is nog altijd niet voorbij, nu bijna 19 jaar later. Een helft van mijn gezicht is nog altijd half verlamd en met mijn rechteroor hoor ik niet goed meer. Ik kon wel opnieuw aantreden in de Formule 1, maar door het ongeval moest ik mijn carrière een stuk vroeger beëindigen dan ik gepland had. Op fysiek vlak ging het gewoon niet meer.'
Hakkinen maakte een opmerkelijk herstel door en slaagde er in om aan het begin van het seizoen 1996 'gewoon' weer aan de start te staan. Zijn nieuwe teamgenoot is David Coulthard en voor het eerst in Hakkinen de meer ervaren coureur in het team. Hakkinen scoorde meer punten en podiumplaatsen dan Coulthard, maar Coulthard had het betere seizoen. De Schot viel een paar keer in zeer kansrijke positie uit. Zo reed hij bijvoorbeeld aan de leiding van de Italiaanse Grand Prix toen hij uitviel. Het jaar van Coulthard was een beetje zoals het jaar van Max Verstappen dit jaar.
In 1997 was McLaren plotseling een stuk meer competitief en streed het plotseling om zeges. Coulthard won de openingsrace in Australië en was later in het jaar de beste in Italië. Dit is het moment dat voor Hakkinen de goede relatie met Ron Dennis waardevol wordt want puur cijfermatig legde de Fin het al twee jaar af tegen Coulthard. Desalniettemin wordt zijn contract verlengd en krijgt hij van Coulthard een cadeautje in de vorm van een Grand Prix-zege. De Schot gaat tijdens de laatste Grand Prix van 1997 in Jerez op zijn rem om de Fin voorbij te laten.
Een race later, tijdens de eerste race van 1998 gaat Coulthard opnieuw voor de Fin van het gas. Deze keer niet als geste, maar als onderdeel van een eerder gemaakte afspraak. Hakkinen en Coulthard hebben in 1998 geen competitieve wagen, maar een dominante wagen. Ze kwalificeren zich in Australië moeiteloos als eerste en tweede en maken onderling de afspraak dat de coureur die als eerste de eerste bocht induikt de race mag winnen. Dat is Hakkinen die echter door een fout bij de pitstops achter Coulthard terecht komt. De Schot herinnert zich de afspraak en geeft de plek terug aan Hakkinen.
Mika Hakkinen vecht dat seizoen een prachtige strijd uit met Michael Schumacher, waarbij Hakkinen vroeg in het seizoen een voorsprong opbouwt en Schumacher gedurende het jaar steeds dichter- en dichterbij ziet komen. De Fin pakt uiteindelijk de wereldtitel door een uitvalbeurt van Schumacher op Suzuka.
Een jaar later prolongeert Hakkinen zijn wereldtitel na een duel met Eddie Irvine en Heinz-Harald Frentzen. Hakkinen denkt zijn grootste rivaal kwijt te zijn als Schumacher tijdens de Britse Grand Prix zijn been breekt en pas de laatste races van het seizoen terugkeert, maar Irvine blijkt een taaie en houdt de titelstrijd lange tijd levend, maar moet uiteindelijk de titel aan Hakkinen laten. Sommigen vermoeden nog altijd enige vorm van sabotage van Schumacher die de hele laatste race dichtbij Hakkinen reed, maar hem nooit aan heeft gevallen. De Duitser zou niet willen dat zijn secondant Irvine de eerste Ferrari-kampioen in twintig jaar zou worden en niet hijzelf.
In 2000 deed Hakkinen lang mee om de wereldtitel, maar moest hij ruim voor het eind van het seizoen zijn meerdere erkennen in Schumacher. In 2001 won Hakkinen nog twee races, maar speelde hij in de titelstrijd geen rol van betekenis. Na zijn overwinning in Amerika kondigde hij aan de Formule 1 te gaan verlaten. Dat was zes jaar en twee wereldtitels later dan het moment dat hij ongewild ook afscheid had kunnen nemen.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties