In 2022 stonden er enkele grote veranderingen op het programma in de Formule 1. De aerodynamische structuur van de bolides werd veranderd, de auto's werden van 18-inch-banden voorzien, en de nieuwe E10-brandstof werd geïntroduceerd. Hierdoor waren de bolides in het begin van het seizoen langzamer dan een jaar eerder. Dit allemaal om het racen spectaculairder te maken en het veld dichterbij elkaar te brengen.
Op rijdersgebied vonden er ten opzichte van vorig jaar weinig wijzigingen plaats. Alleen het team van Alfa Romeo kende een hele andere samenstelling. Valtteri Bottas kwam over van Mercedes en Guanyu Zhou kreeg als rookie zijn kans in de koningsklasse van de autosport. Deze wijzigingen volgden na het pensioen van enkelvoudig wereldkampioen Kimi Räikkönen en het loslaten van Antonio Giovinazzi. George Russell verving Bottas bij het team van Mercedes en de vervanger van Russell was Alexander Albon. De voormalig teamgenoot van Max Verstappen kreeg een tweede kans in de Formule 1.
In 2022 zou de sport nog steeds te maken hebben met de maatregelen rondom de pandemie. Zo was er bijvoorbeeld al een vaccinatieplicht voor rijders en personeel voor de Grand Prix van Australië. De klassieke races in Australië, Canada, Singapore en Japan kwamen weer terug, terwijl de Grand Prix van Miami nieuw op de kalender was.
Na een valse start, waarbij Max Verstappen twee keer uitviel met technische problemen in de eerste drie Grands Prix, keek de Nederlander tegen een forse achterstand aan ten opzichte van Charles Leclerc. Toch werd Verstappen uiteindelijk overtuigend kampioen, dankzij vijftien overwinningen, en verschillende missers van Ferrari, waaronder strategische blunders, en individuele fouten van de coureurs. Leclerc eindigde als tweede in het kampioenschap, voor Sergio Pérez, terwijl Red Bull voor het eerst sinds 2013 constructeurskampioen werd.