Hoe de Formule 1 in 2009 in haar eigen Super League-crisis belandde Formule 1
Formule 1

Hoe de Formule 1 in 2009 in haar eigen Super League-crisis belandde

Hoe de Formule 1 in 2009 in haar eigen Super League-crisis belandde

Wie het nieuws in de gaten heeft gehouden de afgelopen week weet dat er in de voetbalwereld een gigantische crisis ontstaan is. De aankondiging van de Europese Super League, een competitie met de twaalf grootste Europese teams, maakte de tongen los bij fans en liefhebbers over de hele wereld. Binnen 48 uur was het plan alweer van tafel, maar in de Formule 1 had het niet veel gescheeld of er was ook in de autosport een heuse Super League ontstaan. F1Maximaal gaat daarom terug naar 2009, het jaar dat de koningsklasse haar titel bijna verloor.

De Europese Super League zou een voetbaltoernooi worden bestaande uit de twintig beste clubs van dat continent. Er zouden vijftien vaste teams zijn en vijf ploegen zouden aan de hand van hun prestaties kwalificeren voor de laatste vijf plekken. Het zou naast de Champions League, de grootste Europese voetbalcompetitie, moeten fungeren. Zo ver is het er alleen nooit van gekomen. Zo waren er om te beginnen alleen twaalf ploegen en weigerden andere grote clubs als Bayern München en Ajax mee te doen. Binnen 48 uur implodeerde het toernooi al. Door een protest van fans van Chelsea, één van de Super League-teams, besloot de Britse club om zich terug te trekken. Al snel volgden veel meer clubs en zo bleven enkel nog FC Barcelona, Juventus en Real Madrid over. Die eerste twee staan echter ook op het punt van terugtrekking.

Om het probleem van de Formule 1 te begrijpen is het belangrijk om te weten wie de hoofdrolspelers waren in deze unieke situatie twaalf jaar geleden. Dat waren de overkoepelende organisatie van de Formule 1, de FIA, en de FOTA (Formula One Teams Association, red.). De laatste was een soort alliantie tussen de tien teams van toen, zodat ze sterk tegenover de FIA konden staan. Dat deden ze ook, met alle gevolgen van dien. FIA-president Max Mosley was van plan om een zeer ingrijpende regelwijziging door te voeren voor 2010 door de economische crisis die op dat moment speelde.

Het plan was als volgt: er zou een budgetplafond worden geïntroduceerd. Geen gek idee, gezien deze er nu wel is en daar dus blijkbaar wel animo voor is. Het probleem was alleen het budget, het zou namelijk krimpen tot een maximale uitgave van 25 miljoen euro per jaar. Tegenwoordig hebben we ook een budgetplafond, maar staat de limiet op 145 miljoen euro. Een groot verschil, maar er is nog een belangrijk detail. Het budgetplafond van toen was optioneel. Een beetje vreemd, gezien teams dus de keuze hadden om minder te spenderen, terwijl ze ook gewoon door konden gaan met wat ze al uitgaven. Als je koos voor het budgetplafond, zou je wel voordelen krijgen die andere teams niet hadden die er juist niet voor kozen. Zo zou je als team veel meer technische vrijheid krijgen bij het ontwerpen van de auto. Daardoor konden teams als het ware een betere auto bouwen, maar met minder geld.

Teams dreigen met vertrek uit Formule 1

De FOTA was hier sterk op tegen, zij vonden namelijk dat de Formule 1 op deze manier verdeeld werd in twee raceklassen. Ferrari besloot als eerste te handelen en diende in 2009 bij de rechtbank een gerechtelijk bevel in tegen het budgetplafond. Dit bevel werd echter afgewezen omdat de rechtbank vond dat Ferrari meteen al haar vetorecht had moeten gebruiken. Dat deden ze destijds namelijk niet bij de aankondiging van het plan. Toen Ferrari de rechtszaak verloor, besloten zeven teams publiekelijk te melden dat ze de Formule 1 zouden verlaten: BMW Sauber, Toyota, Toro Rosso, Red Bull Racing, Renault, Brawn GP en ook Ferrari sloot zich aan bij die teams. Daarom werd er voor de Grand Prix van Monaco dat jaar een spoedoverleg ingelast. De situatie verslechterde hierdoor, want ineens waren alle teams van plan om te vertrekken aan het eind van het jaar. Hun eis om wél te blijven was duidelijk: het budgetplafond moest worden geschrapt.

De drie teams die nog niet waren benoemd zijn McLaren, Williams en Force India. McLaren sloot zich aan bij de renstallen die wilden vertrekken, maar Williams en Force India kwamen toch terug op hun exit-plan. Zij werden dan ook uit de FOTA gezet door voorzitter van de alliantie en toenmalig Ferrari-president Luca di Montezemolo. De acht overgebleven teams maakten hun eis nog maar eens duidelijk dat het budgetplafond van tafel moest. De FIA was echter ook duidelijk, want de FOTA kon rekenen op een simpele 'nee' als reactie op hun eis. De organisatie gaf de teams een week de tijd om terug te komen op hun vertrekplan. De Formule 1 was en zou een FIA-kampioenschap blijven met FIA-reglementen.

De FOTA kon dit niet waarderen en onderhandelingen liepen uit op niks. Zij waren niet van plan om mee te doen aan een kampioenschap met 'oneerlijke reglementen'. De acht opstandige teams zagen dan ook geen andere mogelijkheid dan actie ondernemen. Voor de Grand Prix van Groot-Brittannië kondigde de FOTA aan dat ze een eigen kampioenschap zouden opzetten. De teams zouden het organiseren en er zou geen budgetplafond komen. Zij wilden racen zoals zij wilden racen, niet zoals de FIA dat wilde. Er lekte een racekalender uit waarop Grands Prix als Monaco en Singapore stonden. Als de FIA nog niet woedend genoeg was, dan was de organisatie van Mosley dat nu zeker wel.

Licht aan het einde van de tunnel?

Het vertrekplan van de FOTA was ongelooflijk concreet. Daarnaast hadden de FOTA-teams, in tegenstelling tot de voetbalclubs, wél de fans aan hun zijde. Dit kampioenschap leek er dus écht aan te komen. In een wanhoopsdaad dreigde de FIA naar de rechtbank te stappen, om daar vervolgens toch maar van af te zien. De teams waren niet over te halen om toch in de Formule 1 te blijven. Of toch wel? Een paar weken na de Grand Prix van Groot-Brittannië keerde de hele situatie namelijk volledig om. De FIA ging wederom onderhandelen met de FOTA, wetende dat het lot van de Formule 1 nu in de handen lag van de teams. Zij waren nu aan zet en ze maakten nuttig gebruik van hun onderhandelingspositie.

De controverse naderde een ontknoping tijdens een bijeenkomst van de World Motorsport Council in Parijs. Mosley ging het gesprek aan met Di Montezemolo, een man die Ferrari opbouwde tot het succesvolle Formule 1-team dat het op dat moment was. De twee topmannen kwamen tot ieders verbazing tot een overeenkomst. Deze ging als volgt: alle teams uit de FOTA zouden in de Formule 1 blijven als Mosley zich niet kandidaat zou stellen voor de volgende verkiezingen voor de nieuwe president van de FIA. Het was Di Montezemolo dus gelukt om de grote baas van de FIA een haast onmogelijke keuze te laten maken. Mosley moest zijn positie opgeven om de Formule 1 te redden.

Di Montezemolo 'redt' de Formule 1

Het plan en de strategie van Di Montezemolo slaagde en zo bleef ieder team in de Formule 1. Ze kregen alleen niet helemaal hun zin. Het budgetplafond was weliswaar van tafel, maar er werden andere kostenbesparende maatregelen getroffen. Zo werden testdagen tijdens het seizoen verboden en moesten fabrieken tijdens de zomerstop volledig dicht zijn. De Formule 1 bleef hierdoor wel de koningsklasse van de autosport, maar het scheelde weinig. Teams als Ferrari en Red Bull hebben in het recente verleden al vaker gedreigd om de sport te verlaten, maar dat was meer om hun zin door te drukken. Dit keer was het héél serieus voor de teams, gezien de overgrote meerderheid wilde vertrekken. Zo ver kwam het dus niet, maar het legde wel een probleem bloot waarmee de Formule 1 te maken had.

De FIA en de teams werkten toen eigenlijk totaal niet samen in het belang van de sport. Tegenwoordig, met Stefano Domenicali en Ross Brawn aan het roer, is dat compleet anders. Er is veel meer samenwerking tussen de verschillende betrokkenen en daardoor is er nu wél een budgetplafond. 25 miljoen euro is of 145 miljoen euro is wel een verschil, maar zonder goed overleg en samenwerking was het er überhaupt nooit van gekomen. De coronapandemie heeft daarin ook een rol gespeeld, gezien bijna ieder team moeite had om het hoofd financieel boven water te houden. Daardoor keken teams meer naar elkaar om en zo werd de toekomst van de Formule 1 veiliggesteld. Dat kan je niet zeggen over de voetballerij, waar demonstraties van fans ertoe hebben geleid dat clubs zich toch maar terugtrokken uit de Super League. Dat het zo ver bij de F1 nooit gekomen is, is toch best een prestatie.

Door: Terrence Riepma

Heb jij de nieuwe F1 Maximaal-app al gedownload? (ANDROID-IOS)

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws