'Al vaker is gehint op dat we een van de grootsten aller tijden zien, en daar was Monza een bevestiging van'

Een week na het spektakel op Circuit Zandvoort mochten de Formule 1-coureurs het circuit alweer op in Italië. Op Monza, een van de meest illustere Grands Prix van de kalender, draait het om een goede low-downforce-afstelling, maar ook zeker om kwaliteit van de coureurs. Na elke Grand Prix kijken we naar de prestaties van de coureurs, leggen we deze naast elkaar en krijgt elke rijder een cijfer voor zijn prestatie, met oog voor pace, racecraft, consistentie en overige variabelen.

1. Max Verstappen - 9,8

Terwijl de regie op zaterdag de camera's al op de McLaren-garage richtte, was het Max Verstappen die voor verbazing zorgde in de paddock. In de Red Bull, zeker niet de beste bolide van de huidige grid, wist hij op de valreep de eerste positie van Lando Norris af te snoepen. Daarmee komt hij qua polepositions dit jaar op gelijke hoogte met de andere McLaren-coureur, Oscar Piastri. In dit materiaal een uiterst solide prestatie.

Deze pole moest Verstappen op zondag nog om zien te toveren in een overwinning, en dat ging niet zonder slag of stoot. Een ijzersterke start van Norris stond toe dat hij de binnenkant van de eerste bocht kon bezetten, waarna de Nederlander van het circuit gedrukt werd. Hij behield de eerste plaats, maar moest deze vervolgens wel afstaan aan zijn McLaren-concurrent. Zodra Norris erlangs was, zette Verstappen de aanval weer vol in.

Het duurde nog geen vijf ronden of die eerste plek was weer van hem. Met ogenschijnlijk het grootste gemak van de wereld reed hij de McLaren uit zijn DRS en trok hij weg bij de rest van het veld. Het gat aan het einde van de race? Negentien seconden. Negentien seconden in deze Red Bull... Een waanzinnige prestatie die toegebruld werd door de tifosi. Al vaker dit jaar is door diverse analisten en critici erop gehint dat we toeschouwers zijn van een van de grootsten aller tijden, en daar was Monza een bevestiging van.

2. Lando Norris - 9,3

Eigenlijk had dit het weekend van Norris moeten zijn. Hoewel Piastri voorstaat in het kampioenschap is het Norris die het afgelopen Grand Prix-weekend in de betere vorm verkeerde. Op zaterdag was hij marginaal sneller dan zijn teamgenoot, maar was het buitenbeetje Verstappen die roet in het eten gooide. Op zich niets aan de hand, want Norris' strijd is niet met de viervoudig wereldkampioen, maar met zijn teamgenoot.

Des te blijer zou hij zijn geweest met het feit dat na de eerste bocht duidelijk werd dat Verstappen zijn eerste plek aan hem af moest staan. Met de kwaliteit van de McLaren van 2025 had menig kenner verwacht dat dat het was, dat Norris bij de Red Bull weg zou rijden en het gat naar zijn titelconcurrent zou verkleinen. Niets bleek minder waar, want Verstappen was oppermachtig. Norris kon nauwelijks weerstand bieden.

Toch kende hij lang geen slecht weekend en was dit, in tegenstelling tot het weekend in Nederland, een weekend waarin hij beter was dan Piastri. McLarens teamorders laten we bij het geven van de cijfers achterwege, want de reden dat deze teamorders nodig waren, de matige pitstop, ligt volledig buiten de kwaliteiten van de twee rijders. Dit weekend was Norris gewoon de betere. Jammer voor hem dat hij in zo'n weekend slechts tweede weet te worden en niet met hele grote stappen in kan lopen op zijn concurrent. Zijn pace lag namelijk goed en hij kon het gat naar zijn teamgenoot openen en groot houden. Daarnaast had hij in die eerste bocht alle recht op de bocht en maakte hij zich met recht breed. Zijn uitstekende start had hem simpelweg in elk geval P1 op moeten leveren.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

5. Charles Leclerc - 8,5

Charles Leclerc heeft het niet altijd makkelijk bij Ferrari, maar weigert op te geven. Dat was afgelopen zondag wederom te zien. Bij de start zag je hoe hij zich in de Ferrari mengde bij de strijd om podiumplekken. Piastri kwam redelijk weg, maar niet goed genoeg om de Ferrari achter zich te houden. De heren hielden het netjes en gaven het publiek wat om voor te juichen, want het zag er spectaculair uit.

Daarna wist hij de Australiër zelfs te passeren. Tot ronde 6 lukte dit aardig, ondanks dat Leclerc zich verremde in de eerste chicane en daarmee Piastri sowieso al een voordeeltje gaf. Bij Leclerc blijft het altijd een beetje hetzelfde verhaal: foutloos is het niet, maar qua rauwe pace zit het goed en hij heeft echt de kwaliteiten om met de top van de sport te kunnen vechten. Helaas was het net niet voldoende om voor thuispubliek dat podium te mogen beklimmen.

6. Alexander Albon - 8,4

Met een veertiende plek was de kwalificatie voor Albon niet het hoogtepunt van het weekend. Toch best verrassend, want de Williams doet het doorgaans goed wanneer weinig downforce gevraagd wordt. Teamgenoot Carlos Sainz deed het met een dertiende plek niet veel beter, wat impliceert dat de machine wellicht toch niet zo goed werkte als het team uit Woking had gehoopt. Alle hoop was nu op de zondag gevestigd.

De hoop bleek niet geheel onterecht, want hoewel Sainz met de nodige problemen en een touché buiten de punten viel, wist Albon zich in een prima wedstrijd weer terug naar de punten te knokken. Zijn pace lag hoog en met de juiste pitstopkeuzes was uiteindelijk een zevende plek haalbaar. Daarmee heet de Engelsman met Thaise roots weer eens laten zien dat hij voldoende talent heeft om een plekje in de Formule 1 te verdienen.

Cijfers Grand Prix van Italië