Downtime in de Formule 1: hoe je het als coureur wel en niet moet aanpakken Interviews
Interviews

Downtime in de Formule 1: hoe je het als coureur wel en niet moet aanpakken

Downtime in de Formule 1: hoe je het als coureur wel en niet moet aanpakken

De eerste Grand Prix van het seizoen vond alweer bijna twee weken geleden plaats en voor de eerstvolgende moeten we nog een week wachten. Niet alleen voor de liefhebbers duurt dat lang, maar natuurlijk ook voor de coureurs. Genoeg tijd dus om het naar eigen wil in te vullen en elke coureur doet dat weer anders. Max Verstappen is de laatste tijd bijvoorbeeld veel te zien met zijn familie, terwijl Valtteri Bottas liever een fietstocht maakt door de natuur. Kimi Räikkönen houdt het eerder bij een middag relaxen in zijn zwembad.

Iedereen maakt zo dus zijn eigen keuzes, maar die komen over het algemeen wel ergens vandaan. Een coureur heeft zo zijn voorkeuren voor bepaalde activiteiten en daarom zie je vaak verschillende soorten tijdsbesteding terugkomen. De vraag resteert in welke mate bepaalde activiteiten invloed kunnen hebben op de prestaties van een coureur. Waarom kiest een coureur voor specifieke activiteiten?

Om hierachter te komen is F1Maximaal in gesprek gegaan met sportpsycholoog Manuel van de Wal van NLSportpsycholoog. De manier waarop een coureur zijn 'downtime' invult kan namelijk psychologisch gezien zowel voor- als nadelen hebben. Daarnaast telt een Formule 1-seizoen tegenwoordig steeds meer races, op dit moment drieëntwintig, dus zal elke periode rust steeds waardevoller worden.

Ruimte voor cognitief herstel

Wat is dan precies belangrijk bij het maken van de keuze voor het invullen van de tijd tussen twee races? 'Wat belangrijk is, is dat je voldoende ruimte hebt voor cognitief herstel', legt Van de Wal uit. 'Dat wil zeggen dat je tussen races door genoeg tijd maakt om jezelf even los te koppelen van de sport en je batterijen op te laden. Je hebt naast 'sporter' nog andere belangrijke rollen in je leven, zoals 'echtgenoot', 'vader' of 'natuurliefhebber'. Deze rollen hebben ook aandacht nodig.'

'Voor cognitief herstel ga je kijken naar wie je bent als mens, niet alleen als sporter. Aan welke levensgebieden hecht je belang en welke waarden horen daarbij? Het kan zijn dat je net als Verstappen een familiemens bent. Of dat je net als Bottas liever de natuur in gaat. Om cognitief herstel optimaal plaats te laten vinden is het belangrijk dat de coureur de invulling van zijn downtime laat aansluiten bij zijn waarden. De ene persoon heeft er dan meer baat bij om in z’n eentje de natuur in te trekken, waar een ander persoon misschien beter eens met zijn gezin naar de dierentuin kan gaan.'

Wat als het niet werkt?

Soms zitten coureurs even in een slechte fase van hun seizoen. De resultaten vallen dan tegen of de rijder zit simpelweg niet lekker in zijn vel. Een oplossing zou dan kunnen zijn dat de coureur gaat heroverwegen hoe hij zijn tijd invult. 'Dat kan zeker', bevestigt Van de Wal. 'Cognitief herstel is essentieel voor mentaal welzijn, dus het is goed om kritisch te kijken naar de manier waarop je deze downtime invult en of dit daadwerkelijk in lijn is met andere belangrijke levensgebieden en bijbehorende waarden. Daarnaast kan onze voorkeursstijl een rol spelen, bijvoorbeeld in de voorbereiding op een Grand Prix. Onze natuurlijke voorkeursstijl speelt (vaak onbewust) een rol in de manier waarop we deze tijd invullen. Het hoeft echter niet per se zo te zijn dat die voorkeursstijl je altijd helpt.'

'Wanneer je een interne voorkeursstijl hebt zou je voorafgaand aan een raceweekend geneigd kunnen zijn in jezelf te keren, de wedstrijd te visualiseren en scenario's uit te denken. Dit zou je kunnen helpen om in je optimale prestatiezone te komen, maar wanneer de interne focus overmatig wordt, kan het zijn dat de spanning te veel opbouwt en dat het je verhindert om een goede race te rijden. Als je dan moet presteren is het fijner om de voorkeursstijl te pakken, maar dat kan ervoor zorgen dat je een soort overfocus krijgt. Zodra dan de race begint, kan je je focus niet meer vasthouden, omdat je de hele dag (of zelfs dagen daarvoor) al te krampachtig in je focus hebt gezeten. In dit geval zou je in de voorbereiding je interne stijl dus aan kunnen passen door je aandacht wat vaker naar buiten te richten, afleiding te zoeken en interactie met je omgeving op te zoeken.'

Omgekeerd zou dat hetzelfde kunnen werken, als een coureur bijvoorbeeld moeite heeft zich te focussen op een raceweekend. ‘Vanuit een externe voorkeursstijl kun je mogelijk iets te los in je voorbereiding staan en te snel beslissingen te nemen. Je zou er dan baat bij kunnen hebben om wat analytischer te werk te gaan en een ‘gameplan’ uit te schrijven. Wanneer je natuurlijke voorkeursstijl voor je werkt om optimaal te presteren is het prima om je daardoor te laten leiden. Echter, wanneer je voorkeursstijl je tegenwerkt kun je er winst uit halen om aanpassingen te doen in je voorbereiding.'

Zoeken naar wat wel werkt

Als een coureur merkt dat zijn invulling van de vrije tijd niet werkt, moet die dus zoeken naar wat wel werkt. 'Je hebt in de topsport alleen niet altijd de tijd om uit te proberen wat goed voor je werkt. Zelf experimenteren met een trial-and-error methode zou te lang kunnen duren, maar er is een efficiëntere manier om het aan te pakken.

'In een sessie met een sportpsycholoog zou je een plan op kunnen stellen, waarin je handvatten krijgt hoe jij als coureur én als persoon optimaal je vrije tijd in kan vullen voor cognitief herstel. Het is ontzettend belangrijk dat het cognitief herstel er is en dat er aandacht gegeven wordt aan andere belangrijke levensgebieden. Als je te weinig aandacht hebt voor andere rollen en waarden buiten de sport, kan dat er uiteindelijk toe leiden dat een sporter te verkrampt met de sport bezig is, voortijdig opbrandt en stopt met de sport. Dit zagen we bijvoorbeeld al bij Tom Dumoulin in het wielrennen dit jaar.'

Triple-headers

Vanwege de coronacrisis zijn een aantal Grands Prix dit jaar verschoven naar de tweede helft van het seizoen. Dat heeft als resultaat dat er op dit moment drie 'triple headers' (of: driemaal drie achtereenvolgende raceweekenden, red.) op de planning staan. Het laat, naar het lijkt, weinig ruimte over voor cognitief herstel. 'Dat kan absoluut voor problemen zorgen op dat gebied', legt Van de Wal uit. 'Je bent dan als coureur veel aan het reizen, je leeft constant met het team mee. Alles staat in het teken van de volgende race.'

'Op een gegeven moment kan dat je opbreken. Er is dan veel minder cognitief herstel dan normaal. Je kan tussendoor echt wel andere dingen doen, maar het is een stuk lastiger om echt los te koppelen. Dat maakt zo’n periode zo intensief. In die periode van drie weken ben je eigenlijk aan één stuk door bezig met racen. Vervolgens heb je wel kort rust, maar binnen korte tijd moet je weer drie weken aan de bak.'

'Je hebt dan nauwelijks tijd om je batterijen op te laden. Het wil niet zeggen dat het niet kan, maar het vergt meer van een coureur op ieder vlak en van alle drie de batterijen: lichaamskracht, gevoelskracht en denkkracht. Zeker tijdens een triple header komen de mentale vaardigheden van een coureur erbij kijken. Als je dan niet weerbaar genoeg bent, gaat dat zonder twijfel ten koste van je prestaties.'

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws