Hoe bepaalt MP Motorsport wie er voor het team rijdt? 'Altijd wel een puzzeltje'

Sander Dorsman is de teambaas van MP Motorsport in onder andere de Formule 2 en Formule 3. Het Nederlandse raceteam komt ook uit in de Formule 4 en de Formule Renault 2.0, waardoor het coureurs heeft van verschillende leeftijden en nationaliteiten. Dorsman vertelt in gesprek met F1Maximaal hoe MP Motorsport bepaalt wie er voor het team rijdt in de verschillende racecategorieën en of behaalde titels in het verleden ook meespelen in dat besluit.

Hoe bepaal je als team wie er voor je gaat rijden?

‘Dat is altijd wel een beetje een puzzeltje. Op zich zijn we altijd in verschillende categorieën een beetje op zoek naar een goede mix. Het ligt er namelijk een beetje aan in welke categorie je kijkt. Is dat bijvoorbeeld de Formule 4, dan zijn het heel vaak rijders die uit de karting komen. Eigenlijk hebben zij geen autosport-ervaring. Om daarin een selectie te maken, gaan we gewoon testen. Tijdens die tests hebben we de hoop dat er veel coureurs zijn die voor ons rijden en daarna gaan we kijken naar wie er het beste bij ons past, wie zijn er snel etc. Je kunt heel moeilijk een selectie maken gebaseerd op kart results zal ik maar zeggen.’

‘Bij hogere categorieën (zoals de Formule 2 en 3, red.) heb je ook een mix. Dan kijken we bijvoorbeeld naar nieuwe coureurs, maar ook naar coureurs die al in onze renstal zitten bij de Formule 4 of de Formule Renault. Dan bepalen we of er iemand door zou kunnen stromen die we al kennen. Maar we kijken ook naar andere teams of zij een goede rijder hebben die bij ons zou passen.'

'De resultaten die coureurs in het verleden hebben behaald spelen uiteraard ook wel een rol. Er moet in eerste instantie in de carrière van een rijder geïnvesteerd worden voordat er wat aan verdiend kan worden. Dat moet allemaal wat in balans zijn en daarom zoeken we gewoon heel erg naar talent waarmee we kunnen winnen. Maar uiteindelijk moeten de rekeningen natuurlijk ook betaald worden.’

Hoe komen de coureurs in beeld bij het team?

‘Dat ligt een klein beetje aan de categorie. De coureurs in de Formule 4 komen in principe allemaal uit de karting. Maar verder gebeurt het op heel veel verschillende manieren. We werken met een hoop verschillende managementbureaus uit de autosport samen, die weten ons te vinden en benaderen ons. Maar soms benaderen we ook zelf wat rijders of organiseren we een shootout voor coureurs. Een hoop komen uit juniorenprogramma’s van Formule 1-teams. Soms zien rijders onze resultaten en benaderen ze ons zelf, dus er zijn veel verschillende manieren waarop dat in zijn werking treedt.’

Worden jonge coureurs ook over een langere tijd gevolgd?

‘Ja, soms. Soms worden ze in de karting al gescout. Ik denk alleen dat de grote juniorenafdelingen van Formule 1-teams liever iets langer wachten voordat ze echt iemand in de autosport zetten. Het komt niet heel vaak voor dat die teams al scouten in de karting of de Formule 4. Meestal wachten ze heel even totdat de coureurs al in de autosport zitten. Maar goed, je hebt ook wel bepaalde managementbureaus die heel erg actief zijn om bijvoorbeeld jonge karters al te scouten.’

Over welke eigenschappen moet een coureur beschikken om kans te maken in de autosport?

‘Ik denk niet dat er echt één specifieke eigenschap is. Je ziet namelijk al heel snel of iemand het rauwe talent heeft of niet. Maar aan de andere kant: als iemand heel veel talent heeft, maar niet beschikt over de juiste connecties of het juiste management, dan betekent het niet dat diegene per definitie bijvoorbeeld altijd maar in de Formule 1 terecht zal komen.'

'Er zijn heel veel dingen die daar ook in mee wegen, bijvoorbeeld je sponsorpakket of politiek overwegingen. Er komen heel veel aspecten bij kijken, dus het is niet zo dat als je dit en dit gewonnen hebt dat je het helemaal gaat maken. Het is best lastig en soms is het ook een kwestie van op het juiste moment pieken, zodat je ineens in de picture bent. Dan kan het ineens heel snel gaan.’

Is pure snelheid nog voldoende in deze tijd?

‘Dat is denk ik ook een vraag die je twintig jaar geleden had kunnen stellen. Ik denk dat er nog steeds genoeg voorbeelden zijn van coureurs met talent die er wel gewoon komen. Max (Verstappen, red.) is daar bijvoorbeeld een voorbeeld van. Die is er toch wel echt op talent gekomen, maar ook recentelijk een (Alexander, red.) Albon of (George, red.) Russell. Er zijn toch genoeg jongens die het wel echt puur op talent halen.'

Is er iets specifieks waar MP Motorsport naar zoekt in zijn coureurs?

‘Niet dat je echt zegt: dit is iets specifieks waar we naar zoeken in coureurs. Ook hier komt het er weer een beetje op aan in welke categorie je kijkt. Als het de Formule 4 is, dan kijken we toch wel naar talentvolle karters en dan gaan we ze testen en zien we of ze goed genoeg zijn om de transitie van karten naar de autosport te maken. Dat is meer ontwikkeling dan dat je op papier gaat kijken waar een rijder aan voldoet en dan zegt dat je die wilt hebben. Dus in principe nodigen we ze uit voor een test en gaan we aan de slag.’

Wordt er ook gekeken naar behaalde titels in het verleden?

‘Er wordt wel naar gekeken, maar het speelt per definitie niet een grote rol. Ik denk dat als je bijvoorbeeld kijkt bij ons dit jaar in de Formule 2 met Felipe Drugovich, die had het jaar daarvoor een dramatisch seizoen in de Formule 3. Alleen ik denk dat wij daar toch wel een beetje overheen hebben gekeken. We rekenen niet iemand af omdat hij een slecht seizoen gehad heeft.’

‘Ik vind dat je ook een beetje op de lange termijn moet kijken en Felipe heeft nu ook heel erg kunnen laten zien dat hij in 2019 een heel slecht seizoen kende in de Formule 3, maar in 2020 één van de grootste verassingen in de Formule 2 was. Dat kan soms ook heel snel gaan en er zijn heel veel factoren waardoor een coureur het goed of slecht gedaan kan hebben. Dat is dan niet per definitie de schuld of de verdiensten van een coureur, want alles moet in balans zijn daarvoor.’

Is dat dan geen risico?

‘Soms, ik moet heel eerlijk zeggen dat we er in het geval van Felipe een heel goed gevoel bij hadden. Hij heeft bijvoorbeeld tests gedaan en we zagen heel veel potentieel in hem. Bij hem heeft het dus nooit echt aangevoeld dat we een risico hebben genomen. Soms heb je gewoon een goed gevoel, wat moeilijk te omschrijven is, maar wat gewoon goed klikt en dat je ziet dat we goed kunnen scoren met een rijder.’

Hoe groot is de kans dat een Formule 3- of Formule 2-coureur in de Formule 1 terecht komt?

‘Als je de Formule 1 wilt halen als coureur zijnde, dan moet je in de Formule 2 hebben gereden. Dat is een verplichting van de FIA. Dus in die regelgeving, met de superlicentie-punten, zit een vereiste waar je aan moet voldoen. Maar ik denk juist dat het doorstromen goed is. Nu ook met (Mick, red.) Schumacher en (Nikita, red.) Mazepin. Het is goed voor de wereld van de Formule 2 dat zij kunnen doorstromen. En in de afgelopen jaren zie je ook dat dat veel gebeurt. Recent stroomden ook (Lando, red.) Norris en Russell door en ik denk dat zij voor de toekomst ook goede coureurs zullen zijn.’

Maakt een coureur minder kans om het ver te schoppen als hij geen titels wint op jonge leeftijd?

‘Nee, dat denk ik niet. Laten we eerlijk zijn, Max heeft ook geen titels gehaald in de juniorencategorie, ook al heeft hij er maar één jaar aan meegedaan. Hij is alleen vice-kampioen geweest (in feite werd Verstappen derde in zijn enige Formule 3-seizoen). Ik denk dat er genoeg rijders zijn die misschien geen kampioen geworden zijn, maar wel een hele mooie carrière hebben opgebouwd.’

Is het lastig werken als coureurs verschillende nationaliteiten hebben?

‘Nee, maar ik moet ook zeggen dat veel monteurs en ingenieurs verschillende nationaliteiten hebben. We hebben volgens mij zeventien verschillende nationaliteiten in ons team qua personeel. Dus dat zijn nog niet eens de coureurs meegerekend. Dat betekent eigenlijk gewoon dat de voertaal Engels is en de hele teamsfeer is ook gewoon internationaal. Dus dat daar bijvoorbeeld ook nog een rijder bijkomt die ergens anders vandaan komt, maakt in principe niet zoveel uit, omdat het eigenlijk al in het team-DNA zit.’

Door: David Boorsma