'Besprekingen Honda en Red Bull over motorovername gingen niet zonder slag of stoot'

Naar berichtgeving in de Duitse media zal de eindeloze twijfel rondom de bevriezing van de motorreglementen voor Red Bull Racing spoedig weggenomen worden. Red Bull, dat met haar wens om de Honda-motoren na 2021 te gebruiken het probleem in het leven riep, zou het voorstel zo goed als zeker door kunnen drukken. De FIA complementeert op haar beurt dit idee weer met maatregelen die grote machtsverschillen binnen de motorleveranciers moet doen verdwijnen.

'Red Bull kan opgelucht ademhalen', zo wordt de analyse van Michael Schmidt geopend bij Auto, Motor und Sport. Het plan om de Honda-motoren vanaf 2022 te blijven gebruiken in de huidige staat zou moeten werken. Op 11 februari, in tegenstelling tot de eerder gesuggereerde 21 februari, beslist de Formule 1-commissie hoe het verder zal gaan met de motorreglementen.

Het is vrij zeker dat er al in 2025 van een nieuw motormodel gebruik gemaakt gaat worden en dat de aandrijfeenheden van Ferrari, Honda, Mercedes en Renault tegen die tijd op het 2022-niveau bevroren zullen blijven. In dit nieuwe motormodel behoren een wissel naar een significantere elektrische aandrijving en een overstap naar biobrandstoffen tot de voorstellen die momenteel overwogen worden.

'Dit betekent dat Red Bull voldoet aan de vereiste om aan het avontuur van een eigen motor te beginnen. Alle onderhandelingen met Honda over de overname van het intellectuele eigendom van de Japanse V6-tubo en de bijbehorende hybrideaandrijving zijn nu kennelijk afgerond. En dat ging niet zonder slag of stoot', suggereert de Duitse Formule 1-expert. Hij weet meer over wat de struikelblokken waren in de discussies tussen Red Bull en Honda.

Honda wilde er eerst voor zorgen dat de gegevens en constructiedetails van de motor niet in handen van andere partijen zouden komen of toekomstige motorpartners. 'In Tokio vernam men blijkbaar dat Audi een stap naar de Formule 1 eventueel wel zou zien zitten. De primaire kandidaat voor het Duitse automerk zou in deze tijd natuurlijk Red Bull zijn', aldus Schmidt. Uit angst dat de concurrentie gedetailleerde informatie in handen zou kunnen krijgen van hun werk, wilde Honda de afspraak logischerwijs juridisch dichttimmeren.

Mercedes en Renault weigeren BoP

Nu de deal met Honda rond is, moet er nog gekeken worden naar hoe die bevriezing van de reglementen eruit komt te zien. Er zit namelijk nog steeds een groot pijnpunt. Geen enkele fabrikant zou instemmen met een ontwikkelingsstop wanneer het betekent dat er drie jaar gereden moet worden met een achterstand op de concurrentie. Maar hoe breng je alle vier de aandrijfeenheden op hetzelfde niveau? De verschillen tussen de motoren zijn vandaag de dag aanzienlijk en het lijkt geen optie om Mercedes te vragen om op vermogen in te leveren.

Sinds kort wordt er gesproken van een maatregel waar veel twijfel over heerst: Balance of Performance (ook wel BoP, red.). Met deze maatregel zou de FIA het motorvermogen van de bolides gelijk trekken. Praktisch gezien de meest voor de hand liggende oplossing, maar een oplossing die op veel weerstand stuitte. Onder meer Toto Wolff, Mercedes-teambaas, en Marcin Budkowski, technisch directeur van Renault, weigerden om mee te gaan in een dergelijk plan: 'Dat gaat in tegen het DNA van de Formule 1.'

Het alternatief van de FIA

Om toch tot eensgezindheid te komen binnen de motorleveranciers is de FIA op zoek gegaan naar een oplossing, en die zou er als volgt uit kunnen zien. De teams moeten verschillen tot twee procent in vermogensverschil accepteren. Dit vertaalt naar een maximaal motorvoordeel van circa 20 pk. Valt een van de leveranciers hierbuiten, dan krijgen ze hulp van de FIA.

Dit zou op twee manieren kunnen. Allereerst kunnen de leveranciers die inferieure motoren leveren meer brandstof toegewezen krijgen. Dat is in essentie niet bijzonder verschillend van het BoP-systeem dat eerder besproken werd, maar is makkelijk te implementeren. De toegestane hoeveelheid brandstof van de inferieure partijen hoger liggen, waardoor er gedurende de race meer verbrand kan worden, resulterend in meer output.

De andere manier is om de achterblijvers door te laten ontwikkelen totdat zij op het niveau komen waarop zij binnen de twee procent vallen van de sterkste leverancier. Wanneer de Honda-motor nu buiten die twee procent zitten, zou dit voor Red Bull Racing echter averechts kunnen werken. De reden om de ontwikkelingen stil te leggen is immers omdat Red Bull zelf de financiële middelen en technische kennis niet heeft om de motor door te ontwikkelen.