Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders Formule 1
Formule 1

Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders

Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders

Tussen al die coureurs die de afgelopen zeventig jaar de Formule 1-grid betreden hebben, zitten ook tal van vaders en zoons. Maar liefst veertien coureurs stapten in de voetsporen van hun vaders om geschiedenis probereren te schrijven.

Max en Jos Verstappen

Het bekendste vader-zoon-duo voor ons Nederlanders is natuurlijk Max en Jos Verstappen. Max Verstappen is anno 2020 niet meer weg te denken uit de Formule 1-top en met acht zeges in vijf seizoenen tijd timmert hij aardig aan de weg om tot de succesvollere coureurs aller tijden te behoren.

Dat heeft hij mede te danken aan vader Jos, die Max van jongs af aan begeleidde in de autosport. Eerst in de karts, waar de beide Verstappens half Europa afstruinden om mee te doen aan kartkampioenschappen, en daarna ook nog in de Formule 3. Jos zelf reed tussen 1994 en 2003, met uitzonderingen van enkele onvrijwillige sabbaticals, voor teams als Benetton, Tyrrell en Arrows.

Graham en Damon Hill

Het meest succesvolle vader-zoon-duo is Graham en Damon Hill. Graham Hill geldt één als de grootste autocoureurs ooit. Tussen 1958 en 1975 pakte de man met de iconische snor twee wereldtitels (1962 en 1968) en veertien GP-zeges, enorm veel voor die tijd. Daarnaast is de Brit de enige coureur die de felbegeerde Triple Crown heeft: het symbolische mijlpaal voor coureurs die in hun carrière de Grand Prix van Monaco (Hill won de race vijf keer), de 24 uur van Le Mans en de Indianapolis 500 op hun naam wisten te zetten.

Zoon Damon Hill is een laatbloeier. Als twintiger speelde hij nog in een punkbandje om pas in 1986, hij is geboren in 1960, zijn entree te maken in de Formule 3. Na wat omzwervingen maakte hij in 1992 op 32-jarige leeftijd zijn Formule 1-debuut bij Brabham. Het jaar daarop kwam hij bij Williams terecht en met dat team streed hij enkele seizoenen om de wereldtitel, die hij in 1996 uiteindelijk won. Na het seizoen 1999 zegde Hill de Formule 1, na 22 overwinningen en twintig polepositions, de koningsklasse van de autosport vaarwel.

Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders

Keke en Nico Rosberg

De Hills zijn niet de enige vader en zoons die zich beiden wisten te kronen tot Formule 1-wereldkampioen. Keke en Nico Rosberg deden dat namelijk ook. Vader Keke was in 1982, ondanks slechts één GP-zege, de beste, terwijl zoon Nico in 2016 wereldkampioen werd. Keke, een Fin, was een markante persoonlijkheid, vergelijkbaar met playboy James Hunt. Hij presteerde op de baan, maar ook daarbuiten. Keek niet verbaasd op als je hem vlak voor de race nog een peuk zag roken, want Rosberg genoot van het leven. Ondanks de wat niet-sportieve levenstijl pikte de besnorde coureur nog wel vijf GP-zeges en dus ook een wereldtitel mee.

Zoon Nico was wat 'correcter', om het zo te zeggen. Presteren stond voorop en daar moest alles voor wijken. In 2006 maakte de Duitser, die de nationaliteit van zijn moeder aannam, als twintigjarig broekie zijn debuut tijdens de Grand Prix van Bahrein en daarin pakte hij gelijk de snelste ronde.

Lang leek het erop dat Rosberg het predikaat 'eeuwig talent' niet van zich af kon duwen, maar nadat de Mercedes vanaf 2013 begon te presteren, deed Rosberg dat ook. Een jaar eerder pakte hij al zijn eerste overwinning en in 2016 kwam daar, na twee jaar achter elkaar afgetroeft te zijn door teamgenoot Lewis Hamilton, dan ook die felbegeerde wereldtitel. Een paar dagen na het behalen daarvan, stopte Rosberg. Zijn doel was behaald.

Gilles en Jacques Villeneuve

Eigenlijk had het vader-zoon-duo Gilles en Jacques Villeneuve ook in het bezit moeten zijn van twee wereldtitels, maar het lot stak daar in 1982 een stokje voor. Vader Gilles Villeneuve was begin tachtiger jaren een zeer populaire coureur die altijd met het mes tussen de tanden racete.

Alles of niets, zo was zijn mentaliteit. Dat werd hem op Circuit Zolder echter fataal. In de kwalificatie van de Belgische Grand Prix van 1982 deed de Ferrari-coureur een ultieme poging om de pole te pakken, maar botste daarbij op een collega-coureur. Villeneuve werd uit de auto geslinger en overleed later op de avond. Onderaan de streep staan er zes race-overwinningen en geen wereldtitel.

Zoon Jacques Villeneuve was ten tijden van het ongeluk pas elf en zou in 1996 zijn Formule 1-debuut maken na een sterke carrière in de IndyCar. Vanaf het eerste moment was hij al succesvol, al had hij mazzel met een sterke Williams-bolide. In zijn eerste jaar pakte de Canadees vier zeges en in 1997 mocht hij er daar nog zeven aan toevoegen. Dat jaar was de doorgaans uitgesproken coureur enorm op dreef. Sterker nog: hij werd wereldkampioen. Zo snel zijn ster rees, zo snel daalde die ook. Na 1997 won Villeneuve geen race meer.

Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders

Nelson en Nelsinho Piquet

Dat een succesvolle vader geen garantie is, kan Nelson (Nelsinho) Piquet jr. beamen. Vader Nelson was een begenadigd coureur in de jaren tachtig en was altijd in de voorhoede te vinden. Zijn statistieken zijn indrukwekkend, 23 zeges, 24 polepositions, 60 podia en drie wereldtitels. Weinig coureurs kunnen zulke cijfers overbrengen.

De druk was dan ook enorm voor Nelson Piquet jr. toen hij in 2008 zijn Formule 1-debuut maakte bij Renault. Zijn Formule 1-carrière liep uit op een deceptie. Teamgenoot Fernando Alonso overklaste de Braziliaan compleet en was lange tijd zelfs een outsider voor het kampioenschap, terwijl Piquet, los van een knappe P2 in Duitsland in 2008, moeite had om überhaupt punten te pakken. Halverwege 2009 werd hij dan ook ontslagen.

Wie anno 2020 terugdenkt aan Piquet jr. in de Formule 1, komt uit bij crashgate. Tijdens de GP van Singapore van 2008 crashte hij, op commando van het team, opzettelijk om zo teamgenoot Alonso in het zadel te helpen voor de GP-zege.

Jan en Kevin Magnussen

Max Verstappen is niet de enige coureur met een racende vader. Haas-coureur Kevin Magnussen heef het namelijk ook niet van en vreemde. Pa Jan reed in 1995, 1997 en 1998 in de Formule 1, maar deed dat voornamelijk in het achterveld. In 24 races pakte de Deen slechts één punt: in Canada in 1998. Punt of niet, het team van Stewart schoof hem nota bene na die race aan de kant en liet hem vervangen door, ironisch genoeg, Jos Verstappen.

Zoon Kevin Magnussen is wat succesvoller. De twintiger is al een aantal jaar een vaste waarde in het middenveld en weet menig fan geregeld te vermaken met zijn wat agressieve, soms te agressieve, rijstijl. Alles of niets is ook het devies bij de jongste Magnussen. Succes kende hij vooral in 2014, toen hij tweede werd in zijn debuutrace. Het podium heeft hij daarna echter nimmer meer kunnen ruiken.

Deze racende zonen traden in de Formule 1-voetsporen van hun vaders

Jack, Gary en David Brabham

Het racebloed stroomde bij de familie Brabham al helemaal door de aderen. Maar liefst drie telgen uit de Australische racedynastie betraden de Formule 1-arena, terwijl oudste zoon Geoff Brabham ook successen kende in de Amerikaanse sportscars.

Jack Brabham geldt als één van de meest invloedrijke Formule 1-coureurs ooit. Allereerst was de in 2014 overleden Australiër bijzonder talentvol, maar ook nog een pioneer. Na in 1959 en 1960 kampioen te zijn geworden met Cooper, wilde Brabham zijn horizon verbreden en aan de Formule 1 deelnemen met zijn eigen team. Met zijn zelgebouwde Brabham-bolide modderde hij in eerste instantie wat aan, maar in 1966 kwam daar het succes: vier zeges, één tweede plek en dus de wereldtitel. Daarmee is de Australiër de enige coureur die met zijn eigen renstal kampioen is geworden.

Zonen Gary en David Brabham kenden beduidend minder succes in de Formule 1, begin jaren negentig. Gary trachtte zich in 1990 tweemaal te kwalificeren voor een race, maar met de waardeloze Life-bolide lukte dat beide keren niet. Hij stapte uit onvrede op. David Brabham reed in 1990 en 1994 wel twee volledige kampioenschappen mee, maar reed vooral rond in het achterveld. Hij behaalde geen punten.

Meer vaders en zonen in de Formule 1

De lijst gaat nog veel verder, maar lang niet alle vader-zoon-duo's kende veel successen in de Formule 1. Denk hierbij aan Mario en Michael Andretti, al wist vader Mario in 1978 zich wel te kronen tot wereldkampioen. Ook Wilson en Christian Fittipaldi, Jonathan en Jolyon Palmer, Satoru en Kazuki Nakajima, Hans en Hans-Joachim Stuck en Manfred en Spyker-fenomeen Markus Winkelhock hebben in de Formule 1 gereden. (foto: Red Bull Content Pool / Getty Images)

Wie krijgen we in de toekomst?

In de nabije toekomst zou het goed mogelijk kunnen zijn dat we wat zonen van oud-coureurs mogen verwelkomen in het Formule 1-paddock. Formule 2-coureur Mick Schumacher is, omwille van zijn achternaam, al een praktische zekerheid voor een F1-debuut ergens in de komende jaren. Zijn vader is zevenvoudig wereldkampioen Michael Schumacher. Ook Giuliano Alesi, zoon van Ferrari-legende Jean Alesi, en Pedro Piquet, ook zoon van Nelson, staan aan het voorportaal van een eventuele Formule 1-carrière.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws