'F1-teams kunnen de turbulentie van een sprintrace-weekend operationeel wel verwerken' Formule 1
Formule 1

'F1-teams kunnen de turbulentie van een sprintrace-weekend operationeel wel verwerken'

'F1-teams kunnen de turbulentie van een sprintrace-weekend operationeel wel verwerken'

De Formule 1 heeft nét de laatste sprintrace van 2021 achter de rug. Na de Grand Prix van Brazilië is het aan de beleidsmakers van de Formule 1 of het experiment geslaagd is. Op de paddock zijn de meningen verdeeld. Sommige coureurs vonden de 'mini-race' vermakelijk, maar ook is er kritiek geuit op het 'saaie' format, zoals door Red Bull Racing-coureur Sergio Pérez. Achter de schermen brengt de sprintrace ook de nodige wijzigingen met zich mee. Er moet immers op vrijdag al gekwalificeerd worden, terwijl ook het draaiboek van de zaterdag significant verandert. Wat heeft het aangepaste format te betekenen voor de werknemers rondom het Formule 1-circus? F1Maximaal besprak het met ExxonMobil-chemicus Sean Dunnett.

'Mijn persoonlijke mening is dat het racen zeker verbeterd is dit jaar. In de 2018- en 2019-seizoenen, toen Mercedes stukken dominanter was dan nu, ervoeren we races die om kwaliteitsredenen zo’n opschudding wel konden gebruiken', denkt Dunnett, die vindt dat het format wel degelijk effect heeft op de startvolgorde. 'Als je de meeste fans en media er nu naar vraagt, zeggen de meeste mensen dat het oorspronkelijke raceweekend vermakelijk genoeg is. Dat heeft vooral te maken met het feit dat we aan het einde van een reglementair tijdperk zitten. De meeste motorleveranciers zitten min of meer op hetzelfde niveau. Een jaar na de reglementswijzigingen zullen de gaten tussen de teams weer groter worden. Dan zie je wie de overgang begrepen heeft en wie niet.' Naarmate een tijdperk vordert, worden de gaten dus kleiner, wat inmiddels geresulteerd heeft in een bloedstollend spannend 2021-seizoen.

Voor het spektakel hoeft het raceformat dus niet per definitie aangepast te worden, en ook logistiek laat het nieuwe format haar sporen na op de grid: 'Vrijdagavonden zijn doorgaans lange avonden voor ons', geeft Dunnett vrij over een niet-sprintrace-weekend. 'Met name omdat je dan moet kijken of er onderdelen vervangen moeten worden na de tweede vrije training, voordat de derde vrije training begint.' Zaterdag aan het begin van de middag betreden de coureurs doorgaans het asfalt weer, op zoek naar de laatste datapunten. 'Een voorbeeld van wat zo’n lange avond teweegbrengt, zag je bij Lewis Hamilton in Zandvoort. Hij had het daar over een oude krachtbron die op zaterdag vervangen zou worden voor een nieuwere versie. Dan ben je heel de vrijdagavond dus wel zoet', stelt de Brit. Het motorblok van de zevenvoudig wereldkampioen kon overigens na de betreffende sessie niet meer in ere hersteld worden. De W12 kwam tot stilstand naast het Nederlandse circuit, wat hem bovendien testtijd kostte op een relatief onbekende baan.

Wanneer er een sprintrace-weekend plaatsvindt, wordt het hele schema omgegooid. Op vrijdagmiddag wordt er getraind, gevolgd door een kwalificatie op vrijdagavond. Daarmee wordt de tweede sessie van het weekend al enkele uren na die trainingssessie verreden, wat de teams luttele uren biedt om te sleutelen. Na de kwalificatie gaan de bolides traditiegetrouw in parc fermé. Met andere woorden: aan de onderdelen mag niet meer gezeten worden tot aan zondagmiddag na de Grand Prix. Doe je dit wel, dan staat je een gridstraf te wachten. 'Dat betekent dus dat je één oefensessie krijgt om de boel op de rails te krijgen. Daarna kan je maar weinig nog aanpassen aan de auto. De druk staat er bij de ingenieurs dus flink op, en bij ons ook', vindt de ExxonMobil-specialist. 'De data omtrent het oliegebruik van de auto is beperkt en dat brengt uitdagingen met zich mee. Een eindoordeel over de sprintraces moet nog volgen. Voor de fans is het altijd interessant om iets anders voorgeschoteld te krijgen dan het gebruikelijke programma.'

Toegenomen druk bij F1-teams

Wegens het opgeschudde schema komen processen in een stroomversnelling terecht. Het is aan de ingenieurs en monteurs om te verzekeren dat deze processen net zo vlekkeloos verlopen als in een ‘normaal’ weekend. In de F1 is flexibiliteit echter een van de cruciale eigenschappen die een organisatie moet bezitten om deel te nemen, en een team overeind te houden. Daarom denkt Dunnett dat – ook als er zes Grands Prix met sprintraces verreden worden, zoals momenteel het plan is voor het 2022-seizoen – de teams oplossingen vinden: 'Operationeel zijn de teams dusdanig dynamisch dat ze dit soort turbulentie wel kunnen verwerken. Het is vooral uitdagend voor de coureurs die van team gewisseld zijn of nieuw zijn in de sport. Die hebben nauwelijks tijd om te wennen aan het materiaal. Coureurs als Pérez (van Red Bull Racing, red.) en Yuki Tsunoda (AlphaTauri, red.) hebben het dus moeilijk. Tsunoda racet op circuits waar hij nog nooit eerder in actie is gekomen, en wordt gevraagd om na een één uur durende oefensessie de kwalificatie al in te gaan. Dat is een pittige opgave.'

'De druk is wat meer verspreid gedurende een sprintrace-weekend. In een normaal weekend weet je dat alles draait om die ene kwalificatieronde. In een sprintrace-weekend heb je meer tijd om foutjes recht te zetten. Doe je het in de kwalificatie slecht, dan kan je daar in de sprintrace wat aan doen en plaatsen goed maken', zo luidt de beargumentering van de Brit als hij moet beantwoorden of de toegenomen druk prettig voor hem is. Presteren onder druk is immers iets wat de industrie eigen is. 'Wat ik een heel interessant concept vind, is wat ze momenteel in de Formule 2 doen, daar draaien ze de grid om. Dat maakt de wedstrijden een stuk interessanter. Het is vaak verfrissend als een snelle coureur achteraan begint, zoals Pérez in Zandvoort. De helft van de hoogtepunten van de race betroffen inhaalmanoeuvres die door hem gedaan werden. Met een omgekeerde grid (in theorie alleen voor de top tien, red.) is dat altijd het geval. De meerderheid van de fans wil de coureur die als eerste aan de race begint niet als eerste zien eindigen.'

Balanceren met authenticiteit en sportiviteit

Dunnetts voorstel wordt in de lagere raceklassen dus al toegepast. Er is binnen de politieke top van de Formule 1 al eens over gesproken, maar het idee van een reversed grid wordt niet door alle prominenten even goed ontvangen. Zo gaf Mercedes-teambaas Toto Wolff al eens aan dat hij het ‘tegen het DNA van de sport in vindt gaan’. Als teambaas van het team dat zeer regelmatig aan de voorkant van de grid staat een logisch standpunt, maar het is inderdaad waar dat coureurs met het alternatieve format niet beloond worden voor een perfect kwalificatierondje.

In sommige wedstrijden valt of staat een race met dat ene rondje op de zaterdag en Dunnett snapt de critici dus wel: 'Het is inderdaad tegenstrijdig met de waarden van de sport, maar je moet daar een balans in zien te vinden.' Doe je het bijvoorbeeld niet voor de sport, doe het dan voor de fans: 'Zonder steun van de fans zou de sport immers niet bestaan. Daarom zou zo’n omgekeerde grid als deel van het weekend gezien moeten worden en niet als het hoofdevenement.' Zo werkt het bij de Formule 2 ook: in de sprintraces worden minder punten uitgedeeld, in de hoofdrace valt het meeste te halen. Kwalificeer je je daar op vrijdag op de eerste startrij, dan begin je die belangrijke hoofdrace ook vanaf deze plek. Een interessante tussenoplossing die in de praktijk al lijkt te werken.

Door: Christian Moerman, met dank aan Sean Dunnett

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws