Herbert denkt niet dat DRS vruchten afwerpt: 'Het is een probleem als het werkt en een probleem als het niet werkt'

Het gebruik van DRS laat nog veel te wensen over op het moment. Aan de ene kant wordt het te makkelijk om inhaalacties te doen als de DRS-vleugel openstaat, aan de andere kant is de race erg saai als er helemaal geen inhaalacties te zien zijn. Volgens Johnny Herbert is het een lastig dilemma. 'De DRS is een probleem als het werkt en het is ook een probleem als het niet werkt', stelt hij bij Express Sport.

Het gebruik van DRS is al een tijdje in opspraak. Onder andere Lewis Hamilton en George Russell hebben al kritiek geuit over het inkorten van de DRS-zones, waardoor er saaie races zijn ontstaan. Vorig seizoen was er vooral kritiek omdat de aanwezigheid van de DRS het te makkelijk maakte voor coureurs om inhaalacties te doen.

Herbert: 'DRS is gedoemd te mislukken'

Om dit te voorkomen in het 2023-seizoen werd er dus door de FIA gekozen voor het inkorten van de DRS-zones, maar ook daar kwam kritiek op. Hamilton gaf bijvoorbeeld aan dat het tijdens de Grand Prix in Miami voelde als een 'DRS-trein waarbij het niet gemakkelijk was om voorbij een Williams te komen.'

Volgens Herbert is de DRS gedoemd te mislukken. 'Het is heel erg lastig om onder controle te houden', vertelt hij. 'Het geeft gewoon echt een voordeel aan de snelste auto en op dat moment is dat Red Bull Racing. Het heeft ook effect op de andere auto's, maar minder. Het verschilt van auto tot auto, van team tot team.'

Herbert neemt de race in Bakoe als voorbeeld voor het wisselvallige karakter van de DRS. 'De DRS-zones waren ingekort in de hoop dat de race spannender zou worden. Uiteindelijk gebeurde er weinig tijdens de race en werd de schuld op de DRS-zones gelegd. Het is interessant om te zien dat er geen inhaalacties waren door de DRS, maar als de DRS wel goed werkt, dan is het niet goed want dan zijn de inhaalacties te makkelijk. De DRS en de FIA kunnen in deze situatie niet winnen', aldus Herbert.