De Vries kreeg belletje van Vowles voor Williams-debuut: 'Dacht dat het over de toekomst ging'

Nyck de Vries kan zich nog precies herinneren hoe zijn weekend op het circuit van Monza verliep. De toen nog reservecoureur van Mercedes moest een invalbeurt maken bij het team van Williams, maar dat werd pas op de zaterdag duidelijk. Toen belde de nieuwe Williams-teambaas James Vowles, die toen nog werkzaam was voor Mercedes, hem op om het heugelijke nieuws te vertellen. Toch begreep De Vries er toen nog heel weinig van.

Tijdens de Grand Prix van Italië had De Vries al plaatsgenomen in een Formule 1-bolide. De coureur verreed namelijk de eerste vrije training voor het team van Aston Martin. 'Die avond was ik heel ontspannen, mijn weekend was klaar, ik had mijn vrije training gedaan', zegt De Vries in een podcast van AlphaTauri. 'Ik kwam de volgende ochtend naar het circuit, ik bestelde een cappuccino en toen belde James Vowles op en zei: Kun je naar het Mercedes-kantoor komen? Je kunt misschien voor Williams racen.'

'En ik kon gewoon niet begrijpen wat hij zojuist zei. Ik dacht dat hij het over de toekomst had, misschien over het volgende seizoen, ik begreep het gewoon niet', vervolgt de nieuwe AlphaTauri-coureur. Door de mindere prestaties van Nicholas Latifi bij het team van Williams speelde er al een hoop rondom het tweede zitje bij de Britse renstal. De Vries was één van de coureurs die genoemd werd als mogelijke opvolger van de Canadees. Toch ging De Vries datzelfde weekend al zijn debuut maken bij Williams.

De Vries: 'Was niet zeker of ik ging racen of niet'

De zaterdag op Monza verliep dan ook heel hectisch voor de Nederlander. Vlak voor de derde vrije training kreeg hij te horen dat hij Alexander Albon zou vervangen. 'Ik liep naar Williams toe om te begrijpen wat het probleem was. Helaas was Alex 's nachts naar het ziekenhuis gebracht vanwege een blindedarmontsteking. En toen was het niet zeker of ik zou gaan racen of niet. Twintig minuten later werd het duidelijk dat ik het hele weekend op me moest nemen. Toen ben ik niet meer weggegaan uit de garage', besluit De Vries.