David Coulthard heeft in het verleden bij meerdere verschillende teams samen kunnen werken met toptonwerper Adrian Newey, die door kenners geprezen wordt om zijn kwaliteiten. Maar wat maakt de 65-jarige Brit nu juist zo goed? Coulthard legt uit op welk terrein Newey zich onderscheidt van andere ontwerpers.
In mei maakte Newey bekend dat hij het na achttien seizoenen in dienst van Red Bull voor gezien hield. De ervaren Brit ontwierp tot dusver, verdeeld over drie teams, maar liefst twaalf bolides die goed waren voor de constructeurstitel en zelfs dertienmaal wist een coureur in één van zijn bolides wereldkampioen te worden. Coulthard was niet één van deze coureurs, de Schot werd immers nooit wereldkampioen in de koningsklasse van de autosport, maar hij werkte zowel bij Williams als bij McLaren wel samen met Newey en speelde een belangrijke rol in het binnenhalen van de Brit bij Red Bull.
'Ik heb al met Adrian (Newey, red.) gewerkt sinds ik testcoureur voor Williams was, toen was ik begin twintig. Daarna heb ik natuurlijk ook met hem gewerkt bij McLaren', blikt Coulthard, die zich in 2005, na jaren van trouwe McLaren-dienst, aansloot bij het nieuwe project van Red Bull, in gesprek met Motorsport.com terug op deze periode. En dit heeft volgens teambaas Christian Horner flink bijgedragen aan de komst van Newey naar de Oostenrijkse renstal.
Wat maakt Newey zo goed?
Coulthard heeft Newey dus jarenlang van dichtbij meegemaakt en de Schot weer daarom precies waarom Newey door kenners als één van de beste ontwerpers in de geschiedenis van de autosport wordt beschouwd. ' ot een goed beeld van wat Newey bijzonder maakt ten opzichte van andere engineers in de Formule 1. "Adrian is overduidelijk een talentvolle ontwerper, maar wat hem onderscheidt van de rest is dat hij denkt als een coureur', noemt Coulthard het belangrijkste verschil met zijn collega's op.
'Hij racet zelf natuurlijk ook hobbymatig. Adrian rijdt geen rondetijden waarmee hij Max Verstappen angst zal inboezemen, maar hij heeft eerder dit jaar wel weer deelgenomen aan de Historic Grand Prix in Monaco', gaat Coulthard dieper in op de racekunsten van Newey. 'Hij weet daardoor precies waar een coureur het over heeft als deze praat over onderstuur bij op het gas gaan of over de transitie van onderstuur naar overstuur bij het uitkomen van een bocht. Adrian is zelf ook race-ingenieur geweest en daardoor beschikt hij eigenlijk over het hele pakket', aldus Coulthard.
Ook dat laatste moet volgens de Schot niet worden onderschat. 'Tegenwoordig zijn het allemaal specialisten, mensen die bijvoorbeeld materiaalengineers zijn. Die weten precies van welke materialen bepaalde onderdelen moeten worden gemaakt. Dat is hun specialisatie, maar ze zijn niet per se racers. Ze zijn pure engineers', zegt Coulthard. 'Tegenwoordig heb je enorm veel mensen nodig die gespecialiseerd zijn in een bepaalde rol, maar Adrian z'n leiderschap komt doordat hij het hele proces begrijpt: van het concept uittekenen tot het bouwen en van de auto op de baan zetten tot het rijden. Dat geeft hem volgens mij een competitief voordeel over anderen, die academisch misschien veel hoger staan aangeschreven. Adrian heeft misschien niet het academische CV dat veel engineers bang maakt, maar dat is wederom een voorbeeld van theorie versus praktijk. Je hebt kennis uit de praktijk nodig om uiteindelijk tot goede prestaties te komen', aldus Coulthard.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties