Het 2021 van Haas | 'Het zal een jaar worden waarin de coureurs de kneepjes van het vak leren'

2020 mogen we dan wel pas nét achter ons gelaten hebben, voor de Formule 1-teams staat het volgende jaar alweer voor de deur. De teams gaan een bijzonder seizoen in met een budgetplafond, aerodynamische aanpassingen aan de huidige bolide en een dubbel ontwikkelingsprogramma met het belangrijke 2022-seizoen in het achterhoofd. In 'Het 2021 van' kijkt F1Maximaal elke week naar een van de F1-teams die we volgend jaar op de grid vinden, met deze week een vooruitblik op de nummer negen van 2020, Haas.

Haas heeft afgelopen jaar enkele belangrijke stappen gezet. De Amerikaanse renstal stond voorafgaand aan het seizoen aan de afgrond op financieel gebied. Net zoals het geval was bij Williams, het team dat we vorige week onder de loep gelegd hebben, werd de toekomst van het team sterk in twijfel getrokken door het uitstel van het Formule 1-seizoen. Onder meer wegens de implementatie van het budgetplafond en het feit dat het seizoen uiteindelijk toch nog op gang kwam, haalde Günther Steiners team met de hakken over de sloot de eindstreep in Abu Dhabi. Sindsdien is gebleken dat Haas per ongeluk door de implementatie van het budgetplafond een dubbelslag heeft weten te slaan.

Die eerste slag werd gewonnen door het budgetplafond zelf. De kleinere teams, die de investeringen van de topteams bij lange na niet konden evenaren, kruipen immers naar de kop van het veld toe door deze maatregel. Op het circuit zal dit volgend jaar waarschijnlijk nog niet terug te zien zijn, maar het blijft een subtiel voordeel. Het budgetplafond forceerde daarnaast Ferrari om nauwer samen te gaan werken met haar klantenteam. De dikke begroting van de Italianen komt de deur van 2021 niet door en derhalve moest er geknipt worden in het budget. Om zo min mogelijk werknemers te ontslaan ging Ferrari voor het alternatief dat ze het meest logisch leek: het delen van werknemers én de Maranello-faciliteiten met een externe partij.

Het gelukkige team dat zich vanaf nu op de gronden van het illustere Ferrari mag bevinden is Haas. Gaat dit echter een significant verschil maken voor het concurrentievermogen van het team? We vroegen het F1Maximaal-redacteur Merijn Kramer. 'Het zou voordelen kunnen hebben, juist omdat zij nu natuurlijk letterlijk en figuurlijk dichter bij de input zitten die Ferrari kan leveren op de motoren en op aerodynamisch gebied. Maar of het écht een positief effect gaat hebben, weet ik niet. Het zal ook vooral afhangen van de krachtbron, waar het vorig jaar uiteraard aan schortte. Daar valt voor Haas naar mijn idee dan ook veel te winnen. Dallara (het Italiaanse merk dat het Haas-chassis ontwikkelt en produceert, red.) is natuurlijk ook een Italiaans autobedrijf en Ferrari bouwt haar eigen chassis. Als ze die koppen bij elkaar steken, zouden die aerodynamische ideeën kunnen convergeren. Als het effect heeft, halen ze op aerodynamisch gebied een Red Bull bijvoorbeeld nooit in, maar het kan voordelig uitpakken.'

Haas krijgt hulp in de vorm van Resta

Wegens de ingrijpende besparingen die vanaf volgend jaar gedaan moeten worden, krijgt Haas een plekje toegewezen in Maranello en nemen ze een van de drijvende technische krachten van het team over, Simone Resta. Deze 50-jarige Italiaan is al sinds 1998 werkzaam binnen de Formule 1, hij startte zijn loopbaan destijds bij Minardi. In 2001 werd hij opgepikt door Ferrari en werkte hij zichzelf in rap tempo omhoog in de organisatie. In 2014 promoveerde hij tot een rol als hoofd ontwerper, nam hij de leiding van de chassis-ontwerpafdeling van Ferrari op zich en genoot hij een kortstondige uitleenfase aan Alfa Romeo, waar hij van mei 2018 tot augustus 2019 als technisch directeur aan de slag mocht.

De expert, die inmiddels dus al 22 jaar ervaring in de sport heeft, overleefde de herstructurering van Ferrari niet, maar is te waardevol om te laten gaan. Hij zal vanaf 2021 daarom de technische afdeling van Ferrari's klantenteam ondersteunen. Zo blijft hij relatief binnenshuis en komt hij bij Haas op de loonstrook te staan. Het scheelt Ferrari geld, hoewel ze daar waarschijnlijk ook minder van binnenkrijgen met de verkoop van onderdelen aan Haas. Aan de vriendendienst van Haas, zij geven Ferrari de vrijheid om kapitaalintensieve materialen en personeel te 'dumpen', zit namelijk vermoedelijk wel een prijskaartje vast in de vorm van een fikse korting op geleverde onderdelen.

De doorgewinterde F1-ontwerper met leidinggevende ervaring zal door het team van Mick Schumacher en Nikita Mazepin vermoedelijk dus ook met open armen ontvangen worden. Zo zal het team aankomend jaar een grote stap moeten kunnen zetten, denkt ook Merijn: 'Ik denk dat we daar wel zeker van kunnen zijn. Resta heeft het natuurlijk jaren aardig gedaan bij Ferrari. De ervaring die hij meeneemt naar Haas op aerodynamisch gebied, gecombineerd met de kennis die er al zit, zou nog wel eens kunnen toelaten dat Haas ook in 2021 weer punten gaat scoren. Ik denk dat de partij die momenteel het chassis ontwerpt, Dallara, zich na de komst van Resta meer in een consulterende rol zal wurmen, terwijl hij met zijn Ferrari-kennis en bakken aan ervaring daar de dienst uit zal maken.'

Ontwikkelen met twee rookies

Haas hield in het verleden jarenlang vast aan Kevin Magnussen en Romain Grosjean, twee rijders die niet altijd even warm onthaald werden voor hun rijgedrag. Des te verbazingwekkender was het dat Steiner nog voor het einde van het 2020-seizoen aangaf dat ze voor twee gloednieuwe coureurs zouden gaan. De ervaren Deen en Fransman maakten plaats voor Schumacher en Mazepin, waarmee het team een totaal andere richting opging. In plaats van twee routiniers kozen ze plots voor talent en financiële ondersteuning.

Gezien de Formule 2-titel van Schumacher en de financieel benauwde situatie waar Haas zich eind 2019 en begin 2020 in bevond, was het geen onlogische stap om eens wat anders te proberen. Tel daarbij op dat Schumacher ook nog eens uit de jeugdopleiding van Ferrari komt en het plaatje is compleet. Haas stelde haar toekomst veilig en geef eigenaar Gene Haas eens ongelijk, tot 2019 zag hij zijn investeringen in de Formule 1 eigenlijk alleen in 2018 echt vruchten afwerpen, toen Haas vijfde werd in het klassement. Nu is de put wat minder bodemloos, onder anderen met hulp van Dmitry Mazepin, wiens bedrijfslogo (Uralkali, red.) we volgend jaar hoogstwaarschijnlijk terug zullen vinden op de bolide.

Waar Haas op financieel gebied uit de brand geholpen lijkt, kunnen ze in 2021 nog steeds tegen de lamp lopen. Ze missen namelijk ervaring binnen de coureurs in het team. Merijn: 'We kunnen hiervoor goed kijken naar de uitspraken van Steiner zelf. Hij ziet 2021 echt als een transitiejaar naar 2022 toe. Het zal dan ook een jaar worden voor de coureurs om de kneepjes van het vak te leren. Sowieso moeten ze wennen aan het hele wereldje maar ook het gevoel in de auto moeten ze zien te krijgen en ze zullen de tools moeten ontwikkelen om zich staande te houden in de sport. Ik denk dat Steiner in die uitspraak dan ook wel gelijk gaat krijgen, het gaat in 2021 niet meteen om presteren, maar om wennen.'

'Zij zouden de kennis van een man met veel ervaring in de Formule 1 wel eens kunnen missen, ook met het oog op de ontwikkeling van de 2022-bolide, maar bij Haas zijn ze niet dom. Ze hebben vorig jaar bijvoorbeeld besloten om geen updates te leveren, deels omdat het budget er simpelweg niet was om te ontwikkelen. Met die gelimiteerde financiële middelen kan ik mij voorstellen dat ze er begin 2021 al voor kiezen om vol in te zetten op 2022, in plaats van alles op volgend jaar te gooien. Ik verwacht dan ook dat ze als team in 2021 vooral een basis gaan leggen voor 2022 en later. Als die auto eenmaal staat, met die coureurs erbij, kunnen ze klimmen. Het perspectief ligt op de lange termijn. Het zou anders ook raar geweest zijn om twee ervaren coureurs weg te sturen, dat past totaal niet bij die strategie.'

Haas blijft hangen in de achterhoede

Volgens Merijn is het duidelijk: een stellair seizoen gaat het team zeker niet krijgen, maar de organisatorische wijzigingen die doorgevoerd gaan worden, rechtvaardigen enige mate van optimisme. Om een zo duidelijk mogelijk beeld te schetsen van wat er verwacht wordt van Haas hebben we een panel opgesteld, bestaande uit de redacteuren en de leidinggevenden van F1Maximaal. Aan de hand van dit tienkoppige panel proberen wij een verwachtingspatroon te scheppen voor de eindklassering van Haas. Voor Haas ziet het er een stuk minder rooskleurig uit dan voor Williams, dat eigenlijk alleen maar kan klimmen. Zestig procent is van mening dat Haas wederom achterin het veld te vinden zijn, terwijl vier van de tien respondenten zelfs inzetten op een rol als hekkensluiter voor Haas in 2021.

De verwachtingen van het F1Maximaal-panel voor 2021. (Foto's: Haas F1 Media)

Merijn: 'Alfa Romeo heeft veel meer ervaring en meer faciliteiten. Ik denk dan ook dat het team uit Hinswil Haas sowieso voor zal blijven, ze hebben nou eenmaal meer middelen om zich staande te houden in de sport. Voor Williams gaat het volgend jaar lastig worden. Het Britse team kent een nieuwe investeerder, heeft nieuwe mensen aan de top en kent een werknemersgroep die al heel lang zonder faciliteiten en geld gezeten heeft. Voor hen zal het volgend jaar mijns inziens worstelen worden. Voor Haas geldt eigenlijk hetzelfde. Vorig jaar is er nauwelijks ontwikkeld en nu moet de diffuser aangepast worden, moet de achterkant opnieuw gebouwd worden en wordt er in de vloer gesneden. Daarin gaan ze niet echt winnen maar ook niet echt verliezen.'

Schumacher vs. Mazepin

Haas gaat zoals gezegd het 2021-seizoen in met twee kersverse rijders, twee jongelingen die allebei promoveren uit de Formule 2. Schumacher wist daar wegens een uitstekende mate van consistentie het kampioenschap naar zich toe te trekken, terwijl Mazepin geregeld punten liet liggen en daardoor niet verder kwam dan P5. Wel wisten de twee rijders evenveel races te winnen in 2020, namelijk allebei twee. Volgens het F1Maximaal-panel zijn de prestaties in de juniorenklasse een voorbode van hoe het er in 2021 aan toe zal gaan. Eenmaal wordt er verwacht dat Mazepin aan het langste eind zal trekken in 2020, eenmaal wordt er verwacht dat de twee coureurs gelijk op gaan en maar liefst acht keer werd er overtuigend gekozen voor de zoon van Michael Schumacher.

De verwachtingen van het F1Maximaal-panel over de strijd tussen Nikita Mazepin en Mick Schumacher. (Foto's Haas F1 Media)

Merijn: 'Schumacher heeft afgelopen seizoen simpelweg meer laten zien dan Mazepin. Ik vind Mazepin om eerlijk te zijn sowieso al een maffe kerel waar eigenlijk geen peil op te trekken is. Schumacher toont naar mijn idee meer werklust, terwijl je over Mazepin eigenlijk nooit dat soort verhalen hoort. Mazepin heeft vorig jaar niet echt mee kunnen doen in de Formule 2 en heeft ook zeker niet laten zien wat Schumacher of Yuki Tsunoda bijvoorbeeld wel heeft laten zien. De werkethos en het talent van Schumacher zullen doorslaggevend zijn, verwacht ik.'

De opstartfase van Schumacher en de keuze voor twee rookies

Het zal spannend worden om te zien hoe Schumacher zich staande gaat houden binnen de sport. Hij draagt immers een naam waar veel gewicht aan gehangen wordt; tot afgelopen seizoen was Schumacher de wereldrecordhouder wat Formule 1-kampioenschappen betreft. Ferrari-teambaas Mattia Binotto heeft de verwachtingen rondom de tweede generatie Schumacher in de Formule 1 echter weten te temperen. Schumacher kent volgens de Ferrari-topman typisch een opstartfase bij de overgang naar een nieuwe klasse, waarin hij het eerste jaar vooral gebruikt om te wennen aan het materiaal, en de prestaties dus op zich laten wachten.

Merijn: 'Ik denk dat ik het wel eens ben met Binotto. Schumacher heeft tijd nodig om te leren. Of het nou gaat over de F4, F3 of F2, het eerste seizoen laat hij zich soms zien maar mist hij vooral consistentie. En dat terwijl dit juist voor zijn vorige F2-titel zo doorslaggevend was. Schumacher heeft gewoon tijd nodig om te wennen en het eerste seizoen kunnen we dan ook niet verwachten dat hij echt potten gaat breken. Hij moet de ruimte krijgen om fouten te maken. Zijn de uitspraken van Binotto gedaan in een poging de druk bij hem weg te halen? Nee, ik denk het niet. Binotto kan goed een inschatting maken van zijn coureurs en wat er van ze te verwachten valt. Het lijkt me niet dat hij nu in een positie is om spelletjes te gaan spelen - al helemaal met de zoon van Schumacher niet. Het is topsport en topsporters hebben nou eenmaal een beetje druk nodig om te kunnen presteren.'

'Haas had wat hun coureursopstelling betreft overigens niet veel alternatieven. Ze hadden het natuurlijk volledig op de Ferrari Driver Academy kunnen gooien. Dan hadden ze Callum Illot waarschijnlijk de mogelijkheid gegeven om zich te bewijzen in die auto, maar dan heb je nog steeds twee rookies in je team. In alle eerlijkheid, misschien was het beter geweest als Grosjean of Magnussen gebleven was, al was het puur om te fungeren als mentor voor de jonge tweede coureur. Nico Hulkenberg was uiteindelijk ook nog wel een optie geweest, maar dan denk ik dat Haas eerder voor consistentie was gegaan, dat maakt met name bij een relatief jong team, zoals Haas, een verschil.'

Vind je deze voorbeschouwing leuk? Volgende week kijken we naar de kansen van Alfa Romeo met haar ongewijzigde coureursduo voor 2021!