Guenther Steiner is niet te spreken over het zwaaien met de zwart-oranje vlag tijdens verschillende Grands Prix. Tot drie keer toe is het Kevin Magnussen dit seizoen al overkomen dat hij een pitstop moest maken, doordat in de ogen van de wedstrijdleiding een onderdeel van zijn bolide gevaarlijk was en dus verwijderd of gerepareerd moest worden. Onzin, aldus de Italiaan.
Tegenover Speedweek legt hij uit hoe de beslissing met de vlag te zwaaien tot stand komt. 'Jo Bauer en de technische experts moeten aan de wedstrijdleiding uitleggen of iets veilig is of niet. Dat heeft niets te maken met de wedstrijdcommissarissen, dat gaat rechtstreeks naar de wedstrijdleiding. Het is ook de wedstrijdleider die opdracht geeft om de vlag te zwaaien, niet de technisch gedelegeerde, niet het kwartet wedstrijdcommissarissen.'
Voor Steiner is het onnodig om de beslissing te nemen, zoals drie keer het geval was voor zijn coureur. Het materiaal is immers sterk genoeg om niet zomaar van de auto af te vallen. 'Wat mij echt stoort is dit: We hebben in Hongarije bewezen dat er niets kan gebeuren. Misschien beweegt zo'n eindplaat, en dan halen we de coureur toch binnen omdat hij rondetijd verliest. Maar het materiaal is tegen veel meer bestand dan veel mensen denken.'
De teambaas van Haas wil dan ook aan de verschillende betrokkenen uitleggen dat het niet nodig is om zo snel met de zwart-oranje vlag te zwaaien, omdat er geen gevaar is en de auto tegen erg veel bestand zijn, in tegenstelling tot decennia geleden. Toch heeft de Italiaan het idee dat hij tegen een muur staat te roepen. 'Ik probeer, uiteraard met weinig succes, de mensen duidelijk te maken dat deze auto's zeer robuust gebouwd zijn. Dit is niet de jaren tachtig!'
Lees het artikel op de mobiele website