De grootste horde voor de FIA nu Red Bulls motorbevriezing een feit is

Er is inmiddels gestemd over de toekomst van de Formule 1. Red Bull Racing mag door racen met Honda-motoren na 2021 en heeft daar een ontwikkelingsstop voor nodig. Die ontwikkelingsstop hebben ze inmiddels gekregen, maar er zijn nog wat plooien om glad te strijken. Het grootste probleem lijkt dat niet elke deelnemer een mogelijke nivellering van prestaties wil, maar bij de FIA wordt verwacht dat een dergelijke nivellering niet nodig zal zijn - de teams zullen op motorvermogen al dicht genoeg bij elkaar liggen.

De stemmingsronde ging over het bevriezen van de ontwikkeling, maar hier komt als voorwaarde bij dat de motoren vanaf 2022 min of meer op hetzelfde vermogen moeten zitten. Hoe men tot dit scenario komt, staat nog ter discussie. De FIA en de FOM willen koste wat het kost voorkomen dat het wordt gezien als een Balance of Performance (BoP, red.), waardoor ze naar oplossingen moesten zoeken. Het speerpunt waar het plan nu op gebouwd wordt is dat de motoren op output binnen twee procent van elkaars uiterlijke waarde blijven zitten.

Nemen we Mercedes als maatstaf, die 100 procent vermogen leveren, dan móét de Honda-motor binnen 98 procent van het vermogen van de Duitse concurrent zitten. Dit houdt praktisch gezien in dat wanneer een van de leveranciers buiten twee procent van het hoogste prestatieniveau zit, dat deze leverancier daar gecompenseerd voor moet worden. Maar niet tot aan het niveau van de best draaiende krachtbron, maar simpelweg tot dat minimumniveau - die 98 procent. Dat houdt dus in dat niet elke motorleverancier op een gelijk vermogen hoeft te zitten.

De teams zien dit plan allemaal wel zitten. De voornaamste reden hiervoor is dat de sport van plan is om richting biobrandstoffen te gaan, en dat alle leveranciers hierdoor risico lopen om achter te lopen op de concurrentie. De teams moeten hun motoren ontwikkelen om aan de biobrandstof-eisen te voldoen die ze gesteld zal worden vanaf 2022. Wanneer een motorleverancier achterop raakt ten gevolge hiervan, mag het niet zo zijn dat die leverancier drie jaar achter de feiten aanloopt. Alle teams zien hier de logica van in.

FIA overweegt mechanismen

De FIA overweegt diverse mechanismen om de motoren binnen dit twee procent-venster te krijgen. Zo zou je de leveranciers die erbuiten vallen door kunnen laten ontwikkelen. Dit lijkt echter een lastige gang van zaken. Ten eerste gaat daar weer kapitaal in zitten en ten tweede zou een dergelijke sprong in vermogen de matige leverancier ineens bovenaan het veld kunnen plaatsen op vermogen. Dan moeten de andere leveranciers dus weer kracht bijzetten, letterlijk en figuurlijk.

Daarnaast kan Red Bull Racing de Honda-motor niet in die mate door ontwikkelen, waardoor deze optie voor de Oostenrijkers eigenlijk sowieso al een no-go is. Hoe zit het dan met de transformatie naar biobrandstof? Hoe kan Red Bull dit dan wel voor elkaar krijgen? De huidige Japanse collega's hebben beloofd om door te werken totdat dat in orde is. Zo blijft de optie van toenemend gebruik van biobrandstof in de sport open staan, een vereiste in een politiek klimaat waarin veel waarde gehecht wordt aan verduurzaming.

De andere optie is om het benzinegebruik te reguleren. Dat is een flexibele manier om ervoor te zorgen dat de leveranciers min of meer gelijk lopen zonder extreme gevolgen. Wanneer een van de leveranciers een prestatiesprong maakt, kan je daar makkelijk voor corrigeren. Dit moet echter wel goed te reguleren en te communiceren zijn. Daarin zit voor optie twee het grootste pijnpunt.

FIA verwacht geen maatregelen te hoeven treffen

Bij Auto, Motor und Sport zijn ze in gesprek gegaan met een man die verstand van zaken heeft, FIA-motormanager Gilles Simon. Simon: 'Zoals het er nu voor staat verwachten we dat de motoren in 2022 zeer dicht bij elkaar liggen. Daarom denk ik momenteel niet dat we überhaupt een invloed van buitenaf nodig hebben om te zorgen dat de motoren min of meer binnen hetzelfde prestatiekader draaien.'

De FIA zal, als de reglementsbevriezing er komt, alle teams een jaar lang monitoren. Indien nodig zullen ze eind 2022 corrigeren voor de jaren daarop. Zo weten ze zeker dat een van de leveranciers niet bewust op een lagere vermogensniveau gaat draaien in het jaar voor de wijzigingen om vervolgens na 2021 sterker voor de dag te komen dan verwacht.