Wolff begrijpt gridstraffen: 'Maar is het te gecompliceerd geworden? Absoluut'

Toto Wolff heeft zich gemengd in de discussie die ontstaan is over de gridstraffen die men krijgt bij het wisselen van de motor wanneer het toegestane aantal van drie overschreden wordt. De teambaas van Mercedes is het ermee eens dat de gridstraffen te gecompliceerd zijn geworden, maar stelt wel dat deze nodig zijn, omdat de teams anders kunnen blijven wisselen. Dit wordt anders wanneer er ook een budgetcap komt voor de motoren, zo stelt hij.

In gesprek met Motorsport.com laat Wolff weten dat de gridstraffen wel nodig zijn, omdat er anders simpelweg aan de lopende band motoren worden gebruikt. 'We moeten niet vergeten waarom dit zo is. Qua chassis is er een budgetplafond dat er voorheen nooit was. Qua motoren is dat nog niet het geval. Als er geen gridstraffen bestonden, zouden we kwalificatiemotoren hebben. Niet vijf, maar twintig! De grote teams en fabrikanten zouden zoveel uitgeven als ze willen om een voordeel te verkrijgen. Daarom moet er een zekere factor zijn die dat inperkt en dat is waar dit vandaan komt. Maar is het te gecompliceerd geworden? Absoluut.'

Aanpassing reglementen

De laatste tijd wordt er dan ook geopperd om niet een gridstraf, maar juist strafpunten in het constructeurskampioenschap uit te delen bij het wisselen van een krachtbron die niet meer binnen het reglement valt. De Oostenrijker heeft daar zo zijn bedenkingen bij. 'Het is een nadeel dat het rijderskampioenschap hetgene is dat telt. Het is dan verleidelijk om maar nieuwe motoren in de auto te blijven gooien en veel aftrek te krijgen bij de constructeurs, terwijl je het rijderskampioenschap wint met een coureur die iedere race met een nieuwe krachtbron rijdt.'

'We moeten niet vergeten dat dit allemaal verdwijnt zodra het budgetplafond voor motoren in werking treedt', aldus Wolff, die denkt dat teams ook niet te veel vrijheid moeten krijgen. Er wordt immers altijd misbruik van gemaakt om de randjes op te zoeken. 'Maar toch willen we geen wapenwedloop over het brengen van motoren. Hoeveel vrijheid we ook krijgen, we blijven het doen en zullen er dan nog strategischer mee omgaan, omdat het maar vijf of tien plaatsen zijn. We zullen iedere race een motor opblazen, omdat die drie tienden sneller zal zijn dan de vorige. Er moet dus een zekere afschrikking zijn.'