Analyse | Wat zeggen de prestaties in de Formule 1-testweken nou écht? Formule 1
Formule 1

Analyse | Wat zeggen de prestaties in de Formule 1-testweken nou écht?

Analyse | Wat zeggen de prestaties in de Formule 1-testweken nou écht?

Over exact een week beginnen de wintertests van de Formule 1. Deze tests vormen altijd het startschot voor het nieuwe raceseizoen, waar teams en coureurs de nieuwste bolides beter leren kennen. Voor de neutrale toeschouwer is daar wellicht weinig aan, men rijdt immers rondjes zonder al te veel spektakel, maar toch valt er wel wat op te steken van de testdagen. Zo zullen de nieuwste technische snufjes van de teams voor het eerst geanalyseerd kunnen worden. Maar hoe zit het met de werkelijke resultaten van de testdagen van de Formule 1, de relatieve klasseringen die de teams neerzetten? Zeggen die nou écht iets over de rest van het seizoen? F1Maximaal duikt in de statistieken.

We beginnen voor de vorm met de afgelopen jaren van het hybride-tijdperk, deze bieden namelijk een redelijk stabiel perspectief van hoe de teams aankomend seizoen zullen presteren - we zitten immers nog steeds in dit tijdperk. Daarnaast gaan we uit van het Formule 1-veld zoals het er nu voor staat. Sinds 2017 is het deelnemersveld in de sport hetzelfde gebleven, dus van de afgelopen vier tests analyseren wij de data. Om te bepalen hoeveel de wintertests nou echt zeggen, kijken we naar de resultaten per team uit de wintertests aan het begin van elk seizoen, evenals de eindklassering van de teams aan het einde van datzelfde jaar.

Voor de analyse nemen we de gemiddelde eindklassering per team over de tweede testweek van het voorseizoen. De tweede test heeft de voorkeur boven de eerste test, omdat dat het moment is dat de teams doorgaans kwalificatiesimulaties doen. De ware snelheid van de bolides komt daarin eerder naar boven drijven dan gedurende de eerste week. Wanneer er twee coureurs gereden hebben voor hetzelfde team op één dag, nemen we de coureur die het hoogst geëindigd is, gezien dat het beste de ware snelheid van de bolide representeert. We benadrukken ook dat we ervan op de hoogte zijn dat niet alle teams met even veel brandstof rijden of met dezelfde motorstand, dit zijn echter details die niet te bepalen zijn, naast het feit dat wanneer elk team het doet, het zich min of meer gelijk zal trekken over de breedte van de grid.

Daarnaast kunnen teams met betrouwbaarheidsproblemen kampen gedurende de tests, maar over het algemeen biedt het een indicatie van de kracht van een team voorafgaand aan het seizoen. Bovendien zouden betrouwbaarheidsproblemen gedurende de test een indicatie kunnen zijn van problemen gedurende het seizoen, wat de eindklassering dat jaar weer kan beïnvloeden. Per team stellen we de vraag: hoe dichtbij het wintertest-resultaat stond het team aan het einde van het jaar? Zit hier weinig verschil in, dan kunnen we concluderen dat dat de resultaten van volgend weekend tot op zekere hoogte de kansen van de team voor het 2021-seizoen aangeven.

2017 - F1-teams komen beloften na

Constructeur Klassering aan het einde van het seizoen Gemiddelde eindklassering testweek twee
Mercedes 1 2,75
Ferrari 2 2
Red Bull Racing 3 3,5
Force India 4 5
Williams 5 5
Renault 6 6,25
Toro Rosso 7 5,5
Haas 8 7
McLaren 9 8,75
Alfa Romeo 10 9,25

Een kleine toelichting bij bovenstaande tabel: de middelste kolom geeft aan op welke positie het Formule 1-team dat jaar geëindigd is. De meest rechter kolom geeft aan hoe hoog de gemiddelde eindklassering van de snelste coureur van het team lag per dag. Bij Mercedes, dat in 2017 met Lewis Hamilton en Valtteri Bottas de wereldtitel binnen wist te slepen, lag de gemiddelde eindklassering in de tweede vier testdagen dus op 2,75, maar liefst 1,75 punt hoger dan de werkelijke eindklassering. Bij bijvoorbeeld Toro Rosso, dat destijds zevende werd, heerste er hoop na een sterke tweede testweek, waarin Daniil Kvyat en Brendon Hartley gemiddeld over vier dagen de vijfde of zesde tijd klokten, om vervolgens in het seizoen tegen te vallen.

Wat eigenlijk meteen opvalt is dat de meeste teams gedurende de testdagen best dichtbij hun eindklassering stonden in 2017. Zo is het gat tussen de initiële verwachtingen van Mercedes en de WK-stand eigenlijk ook meteen het grootste gat van de grid, alleen Toro Rosso, dat anderhalve punt van haar verwachte eindklassering af zat, komt in de buurt. Ferrari en Williams zaten zelfs exact op het gemiddelde gedurende de testweken van wat ze later ook gedurende het seizoen zouden binnenhalen aan punten. Uit de cijfers van 2017, waarin de gemiddelde afwijking van de klasseringen over alle teams 0,7 was, lijkt het alsof de status gedurende de wintertests wel degelijk een indicatie geeft van hoe het jaar gaat verlopen per team.

2018 - Voorspellend vermogen bij extreme positiewisselingen

Constructeur Klassering aan het einde van het seizoen Gemiddelde eindklassering testweek twee
Mercedes 1 4,25
Ferrari 2 1,5
Red Bull Racing 3 4,25
Renault 4 4,75
Haas 5 4,75
McLaren 6 5,5
Force India 7 8
Sauber 8 8,25
Toro Rosso 9 4,5
Williams 10 9,25

In 2018 waren de verschillen tussen de resultaten van testweek twee en de stand aan het einde van het jaar groter. Gemiddeld was de afwijking van de teams 1,3 punt, bijna het dubbele van wat het in 2017 was. Toch had men aan de hand van de positionering na de testweek toch best aardig kunnen voorspellen wat de teams gingen doen. Mercedes en Toro Rosso zijn wederom de vreemde eenden in de bijt. De Duitse renstal presteerde ondermaats en zat maar liefst 3,25 punt van haar werkelijke eindklassering af, terwijl bij Toro Rosso zich de tegenovergestelde trend voordeed. De Italiaanse renstal scoorde hoog, met een gemiddelde van 4,5 gedurende de testweek, maar eindigde als één na laatste in het wereldkampioenschap.

Wat boeiend is om te zien, is dat teams die drastische positiewijzigingen ondergaan, daar vaak tijdens de wintertests al tekenen van vertonen. Williams wist in 2017 op de vijfde plaats te eindigen maar zakte naar de laatste plaats in 2018. Dit was voorafgaand aan het jaar al pijnlijk duidelijk, de gemiddelde eindklassering van de renstal uit Grove lag het laagste van alle teams, ondanks een sterk resultaat in het jaar daarvoor. Haas wist daarnaast geen enorme indruk te maken tijdens het tweede jaar van het team. De korte heropleving van de Amerikaanse renstal, die op P5 eindigde in 2018, was ook al te merken. Een gemiddelde klassering in testweek twee van 4,75 was goed voor een vijfde eindplaats – wederom een verdienstelijke voorspelling.

2019 - Vervaging van voorspellend vermogen

Constructeur Klassering aan het einde van het seizoen Gemiddelde eindklassering testweek twee
Mercedes 1 7,25
Ferrari 2 2,25
Red Bull Racing 3 5
McLaren 4 2,5
Renault 5 6,5
Toro Rosso 6 4,75
Racing Point 7 5
Alfa Romeo 8 5,75
Haas 9 6,5
Williams 10 9,5

In 2019 wilde Mercedes in die tweede week totaal niet laten zien waar ze toe in staat waren. Met een tiende, achtste en negende plek lieten ze de rest van het veld het voortouw nemen (tweemaal was het bijvoorbeeld McLaren dat de snelste tijd van de sessie noteerde, red.), om genadeloos toe te slaan aan de seizoenstart op Albert Park. Naarmate het hybride-tijdperk vorderde met hetzelfde deelnemersveld, kwamen de resultaten van voor en na het seizoen verder uit elkaar te liggen. De gemiddelde afwijking van de eindklassering was in 2019 namelijk 2,0, weer een stuk hoger dan het jaar ervoor. De regerend wereldkampioen was verreweg de grootste uitschieter dat jaar, gevolgd door Alfa Romeo, dat de sterke vorm van de wintertests niet om kon zetten in punten.

McLaren deed het ook iets beter dan ze werkelijk waren, terwijl Red Bull zich tijdens de testronden juist op de achtergrond begaf. Houd er rekening mee dat teams gedurende sommige dagen met technische problemen kunnen komen te zitten en dat daarom de resultaten tijdens sommige testdagen hoger liggen dan werkelijk het geval zou zijn wanneer alles naar behoren functioneerde. Aan de andere kant, dit kan natuurlijk ook gezien worden als voorbode voor technisch malheur door het seizoen heen, wat een team weer punten kost. Totaal nietszeggend is deze valkuil in de data dus niet. Op het middenveld liggen de resultaten enigszins in de lijn der verwachtingen bij de meeste teams, terwijl vooral Haas zich niet tot achterhoede-team achtte in Barcelona maar dat uiteindelijk wel werd.

2020 - De teams verrassen

Constructeur Klassering aan het einde van het seizoen Gemiddelde eindklassering testweek twee
Mercedes 1 4,33
Red Bull Racing 2 3,33
McLaren 3 6,33
Racing Point 4 3,66
Renault 5 6
Ferrari 6 3,66
AlphaTauri 7 4,66
Alfa Romeo 8 7
Haas 9 9,33
Williams 10 6,66

We convergeren langzaamaan naar een situatie toe waarin de gemiddelde afwijking van de teams van de daadwerkelijke eindklassering niet meer groter wordt. In 2020 lag de gemiddelde afwijking van de eindpositie ten opzichte van de positie aan het begin van het jaar op 1,86 punt. Wel is de score van dit jaar inaccurater. Er werden immers maar drie testdagen verreden in de tweede week, waardoor er maar drie datapunten beschikbaar zijn per team. Weer was het Mercedes dat tijdens de testdagen totaal niet representatief voor de dag kwam, terwijl Williams ver, maar dan ook heel erg ver, boven het niveau uitkwam wat de Britse renstal uiteindelijk kon realiseren.

De verschillen zijn bij veel teams groter dan in de voorgaande jaren. Zo wist McLaren meer dan drie plekken te winnen ten opzichte van de testweek, Ferrari verloor meer dan twee plekken en AlphaTauri ook. Voor andere teams blijven de voorspellingen accuraat. Alfa Romeo zit binnen één klassering van wat in eerste instantie verwacht kon worden, terwijl ook Renault en Racing Points' wintertests aardig representatief waren voor het niveau van 2020. Haas, dat het geregeld minder goed deed dan verwacht, trok gedurende de oefenmeters tevens de verwachtingen gelijk met het eindresultaat vorig jaar.

Welke conclusies kunnen we hieruit trekken?

Met een overzicht dat qua resultaten op jaarbasis veel van elkaar verschilt, lijkt het alsof er uit deze analyse weinig te halen valt. Toch zijn er wel enkele dingen duidelijk geworden naar aanleiding van de informatie. Zo hebben we allereerst gezien dat de teams min of meer naar verwachting presteren. De exacte eindklassering kan naar aanleiding van hoe goed het team het doet in de wintertests niet bepaald worden, maar het geeft wel een indicatie van in welke richting we moeten denken. Niet geheel onlogisch ook, de kans dat een team uit de top drie afzakt naar de zevende plaats of lager is dan ook nihil, terwijl een van de kleinere teams zelden een stap van drie of vier plaatsen omhoog zet.

Wat daarnaast frappant is aan de analyse is dat extreme schommelingen in eindklasseringen best al te zien zijn in de resultaten voorafgaand aan het jaar. Laten we als voorbeeld Ferrari nemen. In 2017 exact voorspeld op haar eindklassering (P2), een jaar later scheelde het een halve punt (1,5 geschat, P2 als eindresultaat) en nog eens een jaar later slechts 0,25 punt. In 2019 behaalden ze de tweede plek en lag het gemiddelde op 2,25. Afgelopen jaar, het rampseizoen van het team uit Maranello, lag de gemiddelde eindklassering op 3,67. Aanzienlijk hoger dan de jaren ervoor. Deze matige klassering werd opgevolgd door een matig jaar - hoewel de ellende nog een stukje heftiger was dan vooraf verwacht. Extreme schommelingen binnen de resultaten zijn dus al wel enigszins terug te zien, ook bij bijvoorbeeld Haas en McLaren.

Conclusie drie: topteams hebben er een handje van te onderpresteren in de testweken, terwijl de lagere teams vaak juist beter scoren. Tevens een vrij logische conclusie, beter dan de eerste plek kan het voor Mercedes immers niet, slechter wel. Exact de tegenovergestelde beredenering geldt voor de lager geklasseerde Formule 1-teams. Maar bij Mercedes zien we steevast dat ze niet een beetje onderpresteren, maar heel erg. Niet een geschatte tweede plaats, maar vaak eerder richting de derde of vierde plaats. Bij het team van Max Verstappen is een vergelijkbaar patroon te herkennen. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Toro Rosso (nu AlphaTauri, red.), Haas en Williams die af en toe veel te hoog inzetten tijdens de testdagen. Een matige prestatie van de topteams of een uitmuntende prestatie van de kleinere renstallen betekent dus niet per definitie dat we verrast gaan worden of een dramaseizoen mee gaan maken.

De data voor deze analyse zijn gehaald uit onder meer berichtgeving van Sky Sports F1, Autosport en Formula1.com.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws