De Vries' weg naar de F1: een trage start, maar ongetwijfeld klaar voor het hoogste niveau Formule 1
Formule 1

De Vries' weg naar de F1: een trage start, maar ongetwijfeld klaar voor het hoogste niveau

De Vries' weg naar de F1: een trage start, maar ongetwijfeld klaar voor het hoogste niveau

Na een bijzondere start van zijn racecarrière in Friesland moest Nyck de Vries de grens over om zijn droom na te leven. Zijn leven en het leven van zijn familie draaide om twee dingen: benzine en rubber. Dat resulteerde in een succesvolle kartperiode en een daaropvolgende termijn in éénzitters. In deel één van dit tweedelige item bekeken we de eerste zeventien jaar van De Vries' carrière. We pakken het nu op bij het moment dat hij definitief afscheid nam van de kartscène en zich ging richten op het échte werk.

In 2012 brak namelijk een belangrijk moment aan voor De Vries: hij moest de stap zetten naar de éénzitters. Hij deed dit in de Formula Renault 2.0 NEC, een klasse met enkele mooie circuits in Midden-Europa. Hockenheim, de Nürburgring, de Red Bull Ring en Spa-Francorchamps, op zijn zeventiende reed De Vries er al. Het toppunt van dat seizoen kwam in Assen, waar hij poleposition, de zege én de snelste raceronde pakte. Wel werd hij slechts tiende. Hij moest wennen, ook in de Renault Eurocup en Renault Alps-cup. Pas in 2014 wilde het lukken in de Renault 2.0-klassen. Twee keer eindigde hij het seizoen op P1, met overwinningen op onder meer de Nürburgring, Paul Ricard, Jerez, Imola, Spa en Mugello voor Korainen GP.

De Vries was nét gewend aan de éénzitters of hij zocht het een klasse hogerop. In de Formula Renault 3.5-series werd hij derde met één zege, wederom in Jerez. Dat prima seizoen werd beloond met een overstap naar de GP3, inmiddels beter bekend als de Formule 3. Hij won voor ART Grand Prix, dat nog steeds actief is in de juniorenklasse, op Monza en Yas Marina, maar kon met name aan het begin van het seizoen geen vuist maken tegen de zware competitie die de Formule 1-ladder met zich meebrengt.

De Vries klimt naar de Formule 2

Ondanks een magere zesde plaats in de GP3 wist de Nederlander toch een stoeltje te bemachtigen in de Formule 2. Voor Rapax won hij de meest prestigieuze race van het jaar te Monte Carlo, maar verder dan P7 kwam hij in de eindklassering niet. Hij mocht het in 2018 nogmaals proberen, maar diversifieerde dat jaar ook zijn cv door aan het World Endurance Championship (WEC) deel te nemen met Racing Team Nederland. Hij wist met het team van Frits van Eerd af en toe een vijfde plek te veroveren, maar WEC-titels bleven uit. Dan maar weer terug naar de F2, waar het tweede seizoen beduidend beter ging dan het eerste.

Drie maal eindigde hij op de hoogste trede van het ereschavot, in Baku en Spanje werd hij tweede en in Sochi werd hij derde. Een verdienstelijk jaar met Prema leverde hem 202 punten op en P4 in het coureursklassement. Voor de échte prijzen was het nog een jaartje wachten voor De Vries en zijn familie. Hij keerde terug bij ART en begon toch licht teleurstellend aan het 2019-seizoen. Een zesde en zevende plek tijdens de eerste twee races in Bahrein, daar had hij niet op gehoopt. In Baku, in race drie, kwam het eerste podium al. De zilveren plak was voor hem na race één op het nauwe straatcircuit.

Hij kreeg de smaak te pakken want een weekend later was het op Circuit de Barcelona-Catalunya raak. P5 en P1, gevolgd door nogmaals een P1 in Monaco. Op Paul Ricard P1, op de Red Bull Ring twee keer derde, op Silverstone derde en op de Hungaroring weer tweede. Ondanks dat hij nog maar één keer won, waren de resultaten over het hele seizoen dusdanig goed dat de titel van hem was. Zijn grenzeloze potentie had hij bewezen. Ja, voor een F2-kampioen was hij aan de oude kant, maar het was vooral het gebrek aan plek bij de Formule 1-teams dat een overstap naar de koningsklasse voorkwam.

Uitstapjes naar andere raceklassen

Omdat dat carrièrepad geblokkeerd was, moest De Vries zijn heil elders zoeken. Het werd G-Drive Racing, dat opereerde in de LMP2-klasse. Enduranceracing lag hem, want hij had er met Racing Team Nederland al van mogen proeven. Dat endurance hem lag, werd ook snel duidelijk in de resultaten. Tweemaal eindigde G-Drive op het podium, maar door een DNF daar tussenin eindigde het team op de vijfde plek. Ook opende de F2-titel van De Vries deuren naar een nieuwe, opkomende elektrische raceklasse: de Formule E. Daar kreeg hij een zitje aangeboden bij het team van Mercedes.

Eindigen in de Formule E, of toch niet?

Erg gestroomlijnd verliep het daar niet in die eerste wedstrijden. P6, P16, P5, P11, het was niet om over naar huis te schrijven. Pas de allerlaatste race van Berlijn (er werden er tijdens de covid-pandemie daar zes achter elkaar verreden) behaalde De Vries zijn eerste overwinning. In de twee daaropvolgende jaren behaalde hij per seizoen maar twee zeges, maar in 2021 waren die twee zeges samen met twee tweede plekken voldoende voor nóg een wereldtitel. Eerst de Formule 2, nu de Formule E. Het was het laatste zetje richting de Formule 1 dat De Vries nodig had.

Over hoe hij het in 2023 gaat doen kunnen we enkel speculeren. Het enige referentiemateriaal dat we hebben is één Grand Prix op Monza. Met Williams, het minste team van vorig seizoen, werd hij negende. Zijn wedstrijd was ijzersterk en volgens diverse experts is het uit die fragmentopname al wel duidelijk geworden dat de Formule E-kampioen het in zich heeft om AlphaTauri richting het middenveld te krijgen. Wennen moest De Vries in de meeste klassen wel, maar inmiddels heeft hij in diverse disciplines dusdanig veel ervaring opgedaan dat we één aanname mogen doen: Nyck de Vries is er klaar voor.

Dit artikel is onderdeel van een tweedelig item over de racecarrière van Nyck de Vries. Het eerste artikel vind je hier.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws