Na de Grand Prix van Saoedi-Arabië hebben de teams en de FIA om tafel gezeten betreffende het nieuwe tijdperk van de Formule 1, dat in 2026 in zal gaan. De angst dat één team dominant wordt, zoals in 2014 het geval was, is groot. De FIA wil achterblijvers straks helpen met een inhaalslag, waarvoor het regelkader nog gemaakt moet worden. Gelijke kansen zijn een prioriteit, aldus Nikolas Tombazis.
Toen de Formule 1 in 2014 overging op een hybride aandrijflijn, had één fabrikant, Mercedes, al langer en intensiever dan wie dan ook in het project geïnvesteerd. De resultaten waren duidelijk te zien. Mercedes domineerde en dat tijdperk duurde bijna zeven jaar. De vrees dat de komende overstap naar nieuwe krachtbronnen met meer elektrisch vermogen een herhaling van 2014 wordt, houdt meerdere teambazen 's nachts wakker.
Deze onderhuidse onrust gonst al maanden door de F1-wereld, waardoor verrassende dingen werden besloten of besproken: de terugkeer van de V10-motor, de overstap van Alpine naar Mercedes-motoren, en een managementverandering bij Audi. 'Er zijn in het verleden ongelijkheden geweest', zegt Tombazis tegenover Motorsport.com. 'Normaal worden die weggewerkt door extra investeringen van de teams die de concurrentie moeten inhalen.'
De FIA erkent dat dat vanaf 2026 moeilijker gaat worden met het budgetplafond. Aan de andere kant, kampten de teams daar vanaf 2022 ook mee. 'In de regels staan al bepalingen voor achterblijvers. Die zijn in 2022 als voorlopige maatregel toegevoegd toen de regels werden goedgekeurd. We zijn nu in overleg met de motorfabrikanten om te bepalen wat het regelboek precies in moet houden op dat gebied', vervolgt Tombazis.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Ben Sulayem 'ziet het nut niet'
Tombazis geeft aan dat er mogelijkheden worden besproken voor achterblijvers om meer ontwikkelingswerk te verrichten. 'We praten nadrukkelijk niet over kunstmatige middelen om de prestaties van de motor op te krikken', benadrukt hij. 'Dat is nodig binnen het kostenplafond, want anders kunnen we in een situatie belanden waarin een achterblijver nooit meer kan inhalen. We willen niet dat iemand eeuwig veroordeeld is tot ellende en vernedering.'
De uitspraken van Tombazis over het toekomstige tijdperk van de koningsklasse en hoe het allemaal moet gaan met de budget cap, komen na Mohammed ben Sulayems uitspraken. De FIA-president gaf voorafgaand aan de Grand Prix van Miami aan dat 'het budgetplafond de FIA hoofdpijn geeft' en dat hij 'het nut er echt niet van inziet'. Eventuele plannen om het budgetplafond af te schaffen zijn nog niet besproken.
Honda als voorbeeld
Tombazis vervolgt door Honda als voorbeeld te nemen. In het begin was de Honda-motor niet supercompetitief, ondanks dat het Japanse merk voldoende kennis en ervaring had. Het duurde een tijdje voordat ze op hetzelfde niveau kwamen als Ferrari en Mercedes. Honda besloot zich na een succesvolle periode terug te trekken, maar veranderde van gedachten om toch verder te gaan in de Formule 1.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Aan het einde van het jaar stopt de samenwerking met Red Bull Racing en zal Honda in zee gaan met Aston Martin. 'Honda is een ongelooflijk getalenteerde organisatie met zeer capabele mensen', looft Tombazis. 'Gelukkig hadden zij het doorzettingsvermogen, de veerkracht en de technische capaciteit om het vol te houden. Als ze in die periode niet wat extra geld uit hadden kunnen geven, was het misschien niet gelukt. We willen dat nieuwe motorfabrikanten blijven op de lange termijn.'
Kostenverlaging
Wat Tombazis bespreekt, is na de Grand Prix van Saoedi-Arabië besproken met alle teams. Ze kwamen overeen dat er in 2026 een 'inhaalmechanisme' moet komen om achterblijvende motorfabrikanten de kans te geven competitief te worden. Omdat er op dat moment ook zorgen waren over het energiebudget tijdens races, is de uitwerking van het inhaalmechanisme doorgeschoven naar een aparte werkgroep.
Hoewel kostenbesparing een belangrijke doelstelling was van de nieuwe motorregels, blijkt het in de praktijk lastig om uitgaven te beperken. Zo hebben bestaande fabrikanten een technisch voordeel dankzij jarenlange ervaring, bijvoorbeeld met duurder en geavanceerder materiaal. Nieuwe toetreders zoals Porsche wilden eerst goedkopere oplossingen, maar stapten daar weer vanaf toen ze mogelijkheden voor competitief voordeel zagen, wat de kostenbesparende doelstellingen onder druk zet.
Het gevolg is een verwatering van het oorspronkelijke streven naar kostenverlaging. 'Als FIA treden we op als bemiddelaar tijdens regelbesprekingen, terwijl we de kosten onder controle houden en gelijke kansen voor iedereen creëren', zegt Tombazis. 'Er is soms stevige weerstand, zoals je kunt verwachten, van teams of motorfabrikanten die hun investeringen willen beschermen. 'Cost-cutting en technologische vrijheid zitten elkaar nu eenmaal vaak in de weg.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties