Column | De belachelijke moderniteit van de GP van Miami en de F1 Formule 1
Formule 1

Column | De belachelijke moderniteit van de GP van Miami en de F1

Column | De belachelijke moderniteit van de GP van Miami en de F1

Ergens maakte me het gelukkig om te zien dan Carlos Sainz vorige week vaststond in de grindbak. Niet omdat het Sainz is of omdat hij in een Ferrari-bolide rijdt, maar omdat op het circuit van Imola elke fout wordt afgestraft, ondanks dat het een fout van Daniel Ricciardo was en niet van de Spanjaard zelf. Het Autodromo Enzo e Dino Ferrari is een zogeheten old-school baan en ondanks dat ik pas net de prille leeftijd van 24 heb bereikt, houd ik toch meer van zulke old-school circuits. De aanstaande Grand Prix van Miami, waar alles zo modern en protserig mogelijk moet, belichaamt een negatieve ontwikkeling in de sport.

De Formule 1 is altijd al een sport geweest voor de zogenaamde elite van onze samenleving. Mannen met iets te veel geld konden betalen om mee te doen aan de Formule 1. Daar zaten natuurlijk wel mannen bij die een goed potje konden sturen, maar vaak genoeg werden coureurs ook op meer dan drie ronden achterstand gezet. De Grand Prix van Miami, samen met andere ontwikkelingen in de Formule 1, belichaamt een terugkeer van de ‘elitesport’. Het is prachtig om te zien dat de sport die wij allemaal een warm hart toedragen door een groot deel van onze planeet geliefd begint te worden. Maar enkele charmes van de Formule 1 lijken langzaamaan te verdwijnen, puur omdat de hoge piefen binnen de sport eurotekens zien.

Het pijnpunt van de GP van Miami

Het circuit in Miami stoot mij nu al, zonder dat er ook maar één ronde op is gereden (behoudens het promotiefilmpje van Red Bull Racing, red.), tegen de borst. Ik wil me graag laten verrassen door het stratencircuit, maar als er al geluiden zijn dat inhalen moeilijk wordt dan is het vertrouwen bij mij ook al snel weg. Desalniettemin is het lastig oordelen of het racen in Florida daadwerkelijk slecht zal zijn, want dat zullen we pas aankomende zondag te weten komen. Maar ik weet al wel zeker dat ik problemen het met de baan en dat ligt niet aan de lay-out.

Het is die belachelijke vijver, die door moet gaan voor een haven, die bij bocht 6, 7, en 8 ligt. Ik snap dat de haven in Monaco heel veel aanzien heeft gekregen binnen de Formule 1, maar om een gefabriceerde vijver in het midden van het circuit te leggen is ronduit lachwekkend. De boten kunnen geen kant op en die zijn er al voordat er überhaupt water in de vijver lag in getakeld. Het was al pijnlijk om op de schetsen te zien dat het circuit een plasje water zou hebben met daarin enkele luxe boten, maar de meeste kolderiek foto moest nog op social media verschijnen. Er ligt niet eens water in de ‘haven’. Als iemand op die boot net te veel champagne achterover heeft gegooid en besluit een duik te nemen dan loopt diegene een dwarslaesie op. Aan de ene kant kan ik er smakelijk om lachen, maar aan de andere kant is het in en in triest.

Het laat zien dat het vooral om aanzien gaat en niet om het racen. Als het om de sport zou gaan dan zouden de prijzen van de tickets ook een stuk lager liggen. Als ik in Nederland naar een voetbalwedstrijd toe wil, dan betaal ik ongeveer 25 euro voor een kaartje. Natuurlijk moet ik er dan geen bier bij drinken, want anders kan het wel heel erg snel uit de klauwen lopen, maar een kaartje voor de Grand Prix van Miami loopt toch als snel richting de duizend dollar. Als je op zo’n boot wil zitten dan gaat het al richting de tienduizend dollar, dus de race zal waarschijnlijk worden bezocht door mensen die interessant willen doen voor Instagram. De Formule 1 wordt alsmaar populairder, maar ruimte voor de doorsnee fan lijkt er niet te zijn op een circuit.

Geef mij maar Spa-Francorchamps

Het feit dat circuits als Spa-Francorchamps mogelijk van de kalender worden gehaald voor een modeshow waarbij twintig auto’s zo hard mogelijk proberen te rijden, is op zijn zachtst gezegd vreemd. Spa is geliefd bij fans en, niet te vergeten, bij de coureurs. Het is leuk dat de Amerikaanse markt eindelijk weer een beetje interesse toont in de Formule 1, maar om nou drie races te gaan verrijden in dat achterlijk commerciële land gaat mij net iets te ver. Las Vegas is leuk voor de mensen die geld willen verspillen, maar het kan niet zo zijn dat de baan voor veel spektakel zal zorgen. Misschien dat de lichten de coureurs zullen verblinden en dat we veel crashes zien, maar meer verwacht ik er ook niet van.

Meer dan twee races in de Verenigde Staten hebben we toch niet nodig? Het is mooi dat Drive to Survive haar effect heeft gehad en ik snap dat het land echt enorm is, maar de circuits hebben geen charme. Geef mij maar Scheivlak op Zandvoort, Eau Rouge op Spa, Copse op Silverstone, en de Ascari-chicane op Monza. Bochten waar je opperste concentratie voor nodig hebt om maar niet in de grindbak of de bandenstapel te eindigen. Het trekt mij niet om Max Verstappen, Charles Leclerc, Lewis Hamilton of wie dan ook voor de zeventigste keer langs Caesar’s Palace te zien scheuren. Nou ja, dat zeg ik wel, maar kijken doe ik toch wel. Dat heeft de Formula One Group dan wel weer goed voor elkaar gekregen.

De levensgevaarlijke en niet-speciale stratencircuits

Laten we nog niet te veel naar volgend seizoen kijken, maar ons even focussen op 2022. Er is nog immers één gat om op te vullen. De Grand Prix van Rusland werd zonder pardon (terecht) van de Formule 1-kalender af gegooid. Allerlei verschillende circuits werden al genoemd als vervanger, waaronder Qatar en Turkije. Nu lijkt de voornaamste kandidaat Singapore te zijn, wat betekent dat er twee races achter elkaar worden verreden op het Marina Bay Street Circuit. Twee keer op rij hetzelfde stratencircuit en twee keer op rij een nachtrace. Ik kan me, ondanks mijn leeftijd, nog een tijd herinneren waarin straatraces en vooral nachtraces een zeldzaamheid waren in de Formule 1. Toen keek je nog uit naar de Grand Prix van Singapore, maar nu is de race een stuk minder speciaal.

De Formule 1 heeft er een handje van om straatraces uit te kiezen en vooral op plekken waar je deze liever niet rijdt. Denk bijvoorbeeld terug aan de Grand Prix van Saoedi-Arabië. Niet alleen kan je zeer hevig crashen op het stratencircuit, zoals Mick Schumacher liet zien in de kwalificatie, maar ook de omstandigheden buiten de baan zijn niet al te best. Een aanslag op Aramco heeft een grote indruk achtergelaten bij de coureurs, waarvan de meeste uiteindelijk liever niet wilden racen. Het is belachelijk dat die race doorging; het is überhaupt belachelijk dat we in landen als Saoedi-Arabië en Qatar willen racen. Mensenrechtenschennis is alleen een probleem als het niet heel erg veel geld in het laatje brengt.

De kapotte droom van Hamilton

De nobele daad van Hamilton om de Formule 1 bereikbaarder te maken voor kinderen die opgroeien in een familie met lage inkomens begint zo langzamerhand onmogelijk te worden. Coureurs als Nicholas Latifi en Lance Stroll vieren momenteel hoogtij in de Formule 1, en dat terwijl ze er niks te zoeken hebben. Hamilton vindt zichzelf terug in de Formule 1, met zeven wereldtitels op zak, door zijn ongekende talent. Nu lijkt het erop alsof talent ondergeschikt is aan het geld dat een coureur mee kan brengen. Dat stomme haventje in het midden van het circuit van Miami karakteriseert in mijn ogen deze belachelijke ontwikkeling in de sport.

Door: Mike van Weert

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws