Hoe Albers op een gitzwarte dag in de F1-geschiedenis een klein Nederlands succesje boekte Formule 1
Formule 1

Hoe Albers op een gitzwarte dag in de F1-geschiedenis een klein Nederlands succesje boekte

Hoe Albers op een gitzwarte dag in de F1-geschiedenis een klein Nederlands succesje boekte

Op zondag 16 april 2023 viert Christijan Albers zijn 44e verjaardag. De voormalig Formule 1-coureur kende een ongebruikelijk pad richting de koningsklasse van de autosport en toen hij eenmaal voor het team van Minardi mocht racen, kende de man uit Eindhoven allesbehalve een illustere Formule 1-carrière. Toch boekte hij in 2005, het jaar waarin hij zijn debuut maakte, wel een klein succesje door één keer als vijfde over de streep te komen. Dat gebeurde wel op een dag die de geschiedenisboeken in zal gaan als één van de zwartste bladzijden in de sport.

Het pad van Albers richting de Formule 1 verliep jarenlang zoals het destijds gebruikelijk was. De coureur deed mee aan meerdere Formule 3-kampioenschappen, waarvan hij er uiteindelijk eentje wist te winnen. In 1999 pakte Albers met zes polepositions en zes overwinningen in achttien races uiteindelijk het Duitse Formule 3-kampioenschap. Het was dan ook niet zo vreemd dat hij een jaar later mee mocht doen aan de Formule 3000, de toenmalige opstapklasse van de Formule 1. Hoe verliep dat voor de enkelvoudig Formule 3-kampioen? Dramatisch. Nul punten in negen races resulteerde in de 27ste plek in het klassement.

Albers besloot zijn heil dan ook maar in een andere raceklasse te vinden. Mercedes-Benz bood in de Deutsche Tourenwagen Masters, beter bekend als DTM, onderdak aan de Nederlander. Meerdere Formule 1-coureurs hebben mogen rijden in de raceklasse. Denk daarbij aan Alexander Albon, Paul di Resta, David Coulthard en Mika Häkkinen. Het kampioenschap wordt echter niet vaak gezien als een opstapje richting de koningsklasse van de autosport. Zo werkte het wel voor Albers, want in 2004 werd hij door Minardi opgepikt als test- en reservecoureur van het team. Toen het team in 2005 besloot om het qua coureurs over een andere boeg te gooien, en Albers bij een test wist te imponeren, mocht de Eindhovenaar het gaan proberen in de Formule 1.

Neem je Albers aan, zal je F1-team niet lang meer op de grid staan

Naast een Formule 3-kampioenschap en een paar competitieve jaren in DTM was de nog prille loopbaan van Albers niet echt daverend te noemen. Dat is geen prettige voorbode voor een Formule 1-carrière, al kon eerder behaald succes ook nooit garantie bieden voor de toekomst. De jaren in de koningsklasse waren echter een vervolg op het dramatische jaar in de Formule 3000, ondanks dat Albers in 2005 wel vier punten op het bord had staan. De twee jaren die volgden na het debuutseizoen van de coureur waren echter een regelrechte ramp te noemen. Al zullen de desbetreffende Formule 1-teams ook niet echt met vrolijkheid terugkijken op die specifieke periode.

Onbewust nam Albers altijd een soort doodvonnis met zich mee. Voor het debuut van Albers stond Minardi al op de rand van de afgrond en na het 2005-seizoen was het ook over en uit voor de Italiaanse renstal. Voor Albers was het dus zaak om ergens anders onderdak te vinden en dat vond hij bij het Russische Midland. Die naam stond niet eens een geheel seizoen op de auto, want na de vijftiende Grand Prix werd het team omgedoopt tot Spyker. Het Nederlandse team overleefde de rest van het 2006-seizoen wel, maar moest na 2007 ook concluderen dat het niets meer te zoeken had in de Formule 1. Dat concludeerde het team trouwens ook over Albers, die halverwege het seizoen al moest vertrekken. Drie jaar Formule 1 resulteerde voor Albers dan ook in een totaal van vier punten en een hoogste klassering van negentiende in het kampioenschap.

Een tripje in de grindbak was geen uitzonderlijkheid voor Christijan Albers. (Foto: ProShots)
Een tripje in de grindbak was geen uitzonderlijkheid voor Christijan Albers. (Foto: ProShots)

Hoofdrol Albers in dramatische F1-speelfilm in Amerika

Albers was één van de zes hoofdrolspelers tijdens de officiële scheiding tussen de Formule 1 en de Verenigde Staten. Waar de koningsklasse nu weer een uitstekende relatie geniet met het land is dat niet altijd zo geweest. Dat er dit seizoen drie Grands Prix in de Verenigde Staten verreden worden, is gezien de geschiedenis, en vooral de race in 2005, toch een klein wonder te noemen. Destijds vond misschien wel de meest controversiële race in de geschiedenis van de Formule 1 plaats. Op het circuit in Indianapolis stonden ineens maar zes auto’s op de startgrid. Waar het nog ludiek was dat Lewis Hamilton in 2021 alleen op de startgrid stond in Hongarije, was de de Grand Prix van de Verenigde Staten in 2005 een stuk minder amusant.

Dat seizoen was er nog sprake van een keuze tussen bandenleveranciers. Sommige teams reden met banden van Bridgestone, andere juist weer met banden van Michelin. Het grootste gedeelte van de grid reed met het rubber van de Franse bandenleverancier en dat leverde een heus probleem op in Amerika. Het probleem was dat de Michelin-banden niet veilig waren om te gebruiken op de bocht die naar de rechte lijn leidde vanwege de hoge snelheid en de krachten die op de banden werden uitgeoefend. De FIA had vanwege veiligheidsredenen een specifieke constructie van de band geopperd, maar de banden van Michelin waren niet op tijd klaar voor de race in Indianapolis. Problemen dus voor de Franse leveranciers en een groot gedeelte van de grid.

Tijdens de vrije trainingen werd het duidelijk dat de banden absoluut niet veilig waren. De coureurs van Toyota schoten in de laatste bocht van de baan en raakten daarbij keihard de muur. Andere teams meldden dezelfde problemen met de Michelin-band, maar de klachten werden niet gehoord. De kwalificatie werd gewoon verreden, ondanks dat Michelin bang was dat de banden het nog geen tien ronden zouden volhouden. Niet ideaal gezien het feit dat de race maar liefst 73 ronden telde. Toch werden de eerste vier startplekken allemaal bezet door coureurs die gebruikmaakten van de Michelin-banden. Alleen daar konden de coureurs niet van profiteren op de zondag.

In een laatste wanhoopspoging klopte de Franse bandenleverancier aan bij Charlie Whiting, de wedstrijdleider. Michelin hoopte dat de auto’s met een bepaalde maximumsnelheid door de bocht zouden mogen gaan, waardoor het een stuk veiliger zou zijn. Whiting was echter duidelijk in zijn reactie: het zou oneerlijk zijn voor de teams die aangesloten waren bij Bridgestone, een band die dat seizoen geen furore maakte in de Formule 1, en het was dus een probleem dat Michelin zelf moest zien op te lossen. Er werd nog een chicane voorgesteld, die voor de laatste bocht kwam te liggen, maar ook dit idee werd van tafel geveegd. De teambazen wilden niet racen en na de formatieronde keerden alle coureurs met Michelin-banden terug naar de pits.

Stoddart boort Albers bijna punten door de neus

Door de problemen met de Michelin-banden ontstond er natuurlijk een heuse politieke discussie tussen de teams. Minardi, het team van Albers, en Jordan leken mogelijk ook mee te doen met het protest van de andere renstallen. Paul Stoddart zei dat hij zich solidair wilde verklaren met de veertien coureurs die in de problemen zouden komen als ze zouden gaan racen, al wilde Coulthard maar al te graag rijden. Ook Jordan wilde zich scharen achter het protest van de teams die op Michelin-banden reden. De aanval werd vooral door Flavio Briatore geopend, die met Fernando Alonso meedeed in de kampioensstrijd, maar deze werd door de hoge heren van de Formule 1 afgeslagen.

Voor Albers was de solidariteit van Stoddart mogelijk dus zeer slecht nieuws. De kwalificatie van de Nederlander was niet om over naar huis te schrijven, want Albers was drie seconden langzamer dan de poletijd van Jarno Trulli. Tegelijkertijd was de coureur wel acht tienden sneller dan teamgenoot Patrick Friesacher, die halverwege het seizoen werd vervangen door Robert Doornbos, maar de prestatie van de zaterdag was geen indicatie dat er een dag later punten zouden volgen. De problemen van Michelin kwamen dus als geroepen voor Albers, die bij een protest van de andere teams alleen nog maar de 73 ronden van de Grand Prix van de Verenigde Staten uit moest rijden.

Op de zondag was Albers toch één van de zes coureurs die de vijf rode lampen uit zag gaan. Stoddart reageerde vooral op de keuze van Jordan, het team dat als eerste aangaf dat de coureurs buiten moesten blijven. Toen kwamen er 73 ronden aan puur racegeweld, al was dat vooral te danken aan de boze fans die voorwerpen op het circuit gooiden. De strijd tussen de Ferrari-teamgenoten werd nog interessant, maar voor Albers werd het een race zonder hoogtepunten. De Minardi-coureur werd zelfs ingehaald door Narain Karthikeyan, die achter hem startte. Zo finishte Albers dus als één-na-laatste, maar aangezien er maar zes auto’s deelnamen aan de race, scoorde de Eindhovenaar wel voor de eerste, en tevens ook laatste, keer punten in de Formule 1.

Er is dus geen sprake van een illustere Formule 1-carrière van Albers. Het werd tweeënhalf jaar aan veel teleurstelling voor de Nederlander. Zelfs aan de race waarin hij punten scoorde, zit een bittere nasmaak. Dit werd de koningsklasse van de autosport ook jarenlang niet vergeven door de Amerikaanse fans. Nu lijkt alles koek en ei tussen de fans en de sport, maar haast niemand van hen zal zich de race van Albers, of überhaupt de carrière van de voormalig coureur, herinneren. Gezien de resultaten van de Nederlander is dat eigenlijk ook niet eens zo raar.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws