Interview | Gelijkenissen tussen Australië en Canada: 'Ja, maar Melbourne wint het' Interviews
Interviews

Interview | Gelijkenissen tussen Australië en Canada: 'Ja, maar Melbourne wint het'

Interview | Gelijkenissen tussen Australië en Canada: 'Ja, maar Melbourne wint het'

Het Formule 1-weekend in Canada was voor de Nederlandse fans een succes. Niet alleen wist Max Verstappen de Grand Prix te winnen, ook kon men genieten van twee zonnige en feestelijke circuitdagen, evenals een bruisende en uitnodigende stad. Jan Garritsen, Formule 1-fan pur sang, licht bij F1Maximaal.nl toe hoe hij het weekend ervaren heeft, evenals hoe het Canadese tripje zich verhoudt ten opzichte van andere races die hij meegemaakt heeft. Met zo'n tachtig races op zijn naam spreken we namelijk met een ware Formule 1-veteraan.

'Ik vond het wel de moeite waard', zo steekt Garritsen van wal wanneer we hem vragen naar dag één te Montreal, een zonnige en vrij warme dag vol trainingssessies. 'Zoals altijd buiten Europa heerste er een enorme belangstelling.' In Canada zal de grote opkomst - meer dan 300.000 man over een heel weekend - ongetwijfeld samenhangen met de langdurige afwezigheid van de sport. Wegens het coronavirus werd de wedstrijd in 2020 en 2021 immers overgeslagen.

'Ik heb me een beetje vergist door de verkeerde kaart te kopen, maar ik vond het absoluut een mooie ervaring', vervolgt de 75-jarige superfan. Garritsen ging naar de Canadese wedstrijd met een algemeen toegangskaartje. Bij de meeste wedstrijden is een tribuneticket namelijk niet noodzakelijk, gezien er voldoende ruimte is om naast het asfalt een mooi plekje te vinden. Op Circuit Gilles Villeneuve was hier echter in zeer beperkte mate ruimte voor. Een tip voor de Canadagangers van de komende jaren.

Waar de meeste bezoekers dus een vaste plaats hadden, had Garritsen wel de vrijheid om bij de bocht te gaan staan die hij het meest indrukwekkend vond. Welke dat is, weet hij na een weekend spektakel echter nog steeds niet. 'Er sprak mij hier niet iets specifiek aan wat het circuit betreft. Ik heb niet één punt ontdekt dat ik nou écht interessant vond. Omdat ik een general admission had, kon ik dat niet beoordelen. Heb je een tribunekaart dan zit je echter ook maar op één plek. Eerlijk gezegd had ik mij bij Montreal iets meer luxe voorgesteld.'

Canada vergeleken met andere Grands Prix

Garritsen is een fan die met de Formule 1-paddock heel de wereld over reist. De Europese races zijn vervoer technisch erg toegankelijk (hij stapt zo op de motor), maar ook intercontinentale races ontgaan hem niet. 'Binnen Europa en buiten Europa is het verschil groot', geeft hij aan als hem gevraagd wordt om een vergelijking. 'In Europa komt er gemiddeld genomen minder publiek dan erbuiten. Ook vind ik het entertainment eromheen buiten Europa beter. In Australië, bijvoorbeeld, had je allerlei bandjes en muziek. In Spanje ontbrak het daar dit jaar weer aan, maar in Italië was het dan wel weer aanwezig', duidt hij aan.

Voor Grands Prix buiten Europa ligt het entertainmentniveau dus over het algemeen hoger. Ga je puur voor het racen dan valt er in Europa wel degelijk wat te beleven, maar vind je alle poespas eromheen belangrijk, dan is een intercontinentale wedstrijd wellicht aantrekkelijker. Wederom haalt Garritsen de race down under aan als schoolvoorbeeld: 'Australië is niet mijn favoriete land, maar de race is geweldig georganiseerd. Je hebt daar allerlei mogelijkheden voor vermaak.'

Racen in de natuur en in Mexico

Wat Australië en Canada als gemene deler hebben, is dat er bij beide Grands Prix geracet wordt in een park. Waar Albert Park het strijdtoneel vormt in Melbourne, wordt er in Canada gereden in het midden van de Saint Lawrencerivier, op Île Notre Dame. Ook Garritsen ziet overeenkomsten: 'Ja, maar dan wint Melbourne het. Je hebt daar tentoonstellingen van clubs, oude raceauto's en oude motorfietsen. Je kan daar de Porsche Cup zien en vrij rondlopen. Op Circuit Gilles Villeneuve is alles afgezet, in Australië ben je veel vrijer. In het rijderskwartier kom je natuurlijk niet, maar al het andere is toegestaan. Het leeft er echt meer.'

De aandacht voor de historie van de F1 was in Canada beperkt tot een enkel Musée Gilles-Villeneuve-tentje. Dat doet men in Australië naar verluidt beter.
De aandacht voor de historie van de F1 was in Canada beperkt tot een enkel Musée Gilles-Villeneuve-tentje. Dat doet men in Australië naar verluidt beter.

Door de jaren heen zijn er door Garritsen vele wedstrijden aangedaan, maar over zijn favoriete eindbestemming hoeft hij niet lang na te denken. 'Naar Mexico ben ik diverse keren geweest. Daar komen vierhonderd en zoveel duizend toeschouwers op af gedurende een weekend (zo'n honderdduizend minder dan naar de Canadese Grand Prix, dus). Met de atmosfeer zit het daar goed ondanks de vaak negatieve berichtgeving vanuit Nederland over Mexico. Ik weet dat als de zon ondergaat, het 'ongedierte' tevoorschijn komt en het gevaarlijk is, maar overdag is er niets aan de hand. Een geweldige belevenis!'

'Ik vind over het algemeen dat de mensen in Mexico vriendelijk zijn. Als je de weg vraagt, of je vraagt naar een hotel of waar je wat kan eten, dan word je netjes geholpen. Als je daar een politieagent wat vraagt, krijg je antwoord', herinnert hij zich. Dat zit in Nederland wel anders, benadrukt hij. 'Ik was op Schiphol en vroeg daar waar de TUI-balie was. ‘Ja, nu even niet’, zeiden de agenten toen. Dat is een verschil.'

België vs. Italië

Met de vele Europese races is er voor de Nederlander voldoende keuze gedurende zo'n heel F1-seizoen. Niet iedereen heeft er de tijd, energie of financiële situatie voor om zeven of acht Grands Prix mee te pakken per jaar, dus moeten er keuzes gemaakt worden. Wat raadt Garritsen aan in ons eigen continent? 'Voor de F1 kwam ik vroeger al graag naar Spa Francorchamps in België. Als je mij vraagt naar het enthousiasme bij het publiek, dan heeft Italië echter mijn voorkeur.'

In Canada wist de veejay het publiek maar lastig op te zwepen. In Italië zit dat wel anders, al gaat het wel vaker mis. Voor de kijkers in de huiskamer heeft Garritsen de volgende tip: 'Vraag je naar commentatoren dan moet je niet de Duitse commentatoren hebben, niet de Nederlandse, maar de Engelse. Die weten er veel meer beleving aan te geven. Ook Olav Mol lukt dat niet in die mate.'

Genoten van dit verhaal? Morgen (woensdag 22 juni) komt deel twee online!

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws